Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 74 Aan den Vader des Vaderlands. Voor God geknield, het hart geroerd, Met tranen in het oog, Die dankerkent'nis leken doet, Ontlast uw kroost, het vol gemoed En zendt zijn bede omhoog bis. Uw naam, uw roem, uw deugd is groot, O Vorst, 's Volks liefde waard! Die, door de reinste menschenmin, De Vader zijt van 't huisgezin, Dat rond uw' troon zich schaart. bis. [pagina 69] [p. 69] Wij zweren 't, bij der Vadren God, In 't heiligst oogenblik, U, Willem, Neêrlands oogelijn, U, Vader, houw en trouw te zijn Tot onzen jongsten snik. bis. De Hemel, die de harten kent, En neêrlacht op uw' troon, Spare u voor 't dierbaar Nederland; Zijne eeuwig zegenrijke hand Beschikke uw deugd haar loon. bis. Hier droeg uw kruin, op onzen grond, Den bloemenkrans der jeugd; Thans siert de lauwer u het hoofd; Eens kroone u 't zilver onverdoofd, Dat grijsheid schenkt aan deugd. bis. Zie, Wijze Koning, gunstig neêr, Op 't offer van mijn hand; U, Willem, noem ik onverbloemd, Zoo als elk trouw Bataaf u noemt: ‘Den Vader van ons Land!’ bis. J.J.F. Wap. Vorige Volgende