Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 48. Het Avonduur. Daal avondstond, daal van d' azuren transen, Spreid over ons 't gewenschte duister weêr, Daal, vreedzaam uur! op sombre wolken neêr, Wijk, trage dag, en doof uw heldre glanzen: Hem, wie de dag berooft van zijn vriendin, Is 't avonduur de dageraad der min. bis. Zoodra Auroor, in 't oost der helft ontloken, Haar rozen strooit in purperkleurig dos, Groet het gevleugeld' zangrenkoor van 't bosch. De Morgenster, in 't bladrijk woud gedoken; Maar voor een hart, dat wacht op zijn vriendin, Is 't avonduur de dageraad der min. bis. Vergeefs op haren gouden troon gezeten, Verdrijft de Zon de vale donkerheid; Wauneer ze op d' aard' heur glinst'rend licht verspreidt, Blijft voor mijn ziel nog nachtlijk duister zweven. Voor 't brandend hart, dat haakt naar zijn vriendin, Is d', avondstond de dageraad der min, bis. Vorige Volgende