De vermaarde Abcouder paarde-markt
(1790)–Anoniem Vermaarde Abcouder paarde-markt, De– Auteursrechtvrij
[pagina 3]
| |
Op een Aangename Vois.1.
Wat vlam verteert mijn Ingewant,
En woed aen alle kant,
Dit is geen ijvervuur, 't welk eer,
Mijn hert ontfonkte, keer op keer;
Ik ken mijn zelfs geen meer.
Dat heet gewelt,
Heeft neergevelt,
De roem van mijn Toneele,
Die Konst-Tonelen daer geen dag,
Geen Schouwburg wederga van zag,
ô Nagt vol jamm'rend ach!
2.
Mijn Hoog gewelfzel valt hier neer.
Hier daer geen teegenweer,
Mijn schuilplaets die aen alle kant,
Scheen door het flonkerend diamant,
Te twisten met de Brand.
Dat sierlijk was,
Verkeert in as,
| |
[pagina 4]
| |
Myn Hof-Pilaeren kraeken,
Treur, Konst liefhebbend Amsterdam,
Uw Pronk-juweel legt door de vlam,
Als toen het oorsprong nam.
3.
Ween o mijn Kinderen, ween mijn kroost
Wie geeft uw heden troost,
Ween gy die als een yvere By;
Uw hooning storte; ween nu vrij,
Gy deelt in het lot van mij,
Schept moet nogtans,
Ligt dat uw glans.
Eerlang weer zal verrijzen,
Ligt dat uw Melpomeen die hygt,
Haer oude Luister weer verkrygt,
En ligt nog hooger singt.
|
|