De vermakelyke rarekiekkas-kyker
(ca. 1820)–Anoniem Vermakelyke rarekiekkas-kyker, De– Auteursrechtvrij
[pagina 14]
| |
Op eene bekoorlyke wys.1.
Lief vriendin die ik beminne,
Lief vriendinne hoord my aen,
Gy staet in mijn hart en zinne,
‘k Bid u laet my troost ontfaen,
Tot u alleen is mijn verlangen,
Door de liefde en rechte zin,
Lief Rosalinde, mijn welbeminde,
Aaenhoord mijn rede hoe ‘k u bemin, bis.
2.
Niemand op geheel de aerde,
Die mijn hart behagen kan,
Als gy maget vol van waerde,
Ach! aenhoord mijn bede dan,
Laet my nu troost van u verwerven,
En geef gehoor aen ’t geen ik vraeg,
Lief Rosalinde, mijn welbeminde,
’t Is agttien maande dat ik liefde draeg.
3.
Toen durfde ik u niet te spreken,
Om te klagen myne smart,
Ik liet mijn traenen leken,
Door de liefde aen mijn hart,
Als ik aenzag u minzaem wezen,
Of dat ik hoorde uwe tael:
Lief Rosalinde, mijn welbeminde,
Maek toch een einde aan mijn droeve kwael.
| |
[pagina 15]
| |
4.
Nu neem ik de stoutigheden,
Om te vragen uwe trouw,
Liefde lief steld my in vrede,
Help een minnaer uit den rouw:
Want gy staet in mijn hart geschreven,
En niemand anders wil ik ooit:
Lief Rosalinde, mijn welbeminde,
Ik zal u beminnen tot aen mijn dood. bis.
5.
Minnaer uwe zoete woorden
Dwingen ook mijn teer gemoed,
Die my ook zeer bekoorden,
Tot u liefde dragen moet:
Zijt dan standvastig in uw liefde,
Ik zal dan wezen uwe huisvrouw,
Houd Rosalinde, voor uw beminde:
Wy zullen treden in den echte trouw.
6.
Nu ziet men in vreugde leven,
Rosalinde met haar vrind,
Wie kan meerder liefde geven,
Als me in dees twee harten vind,
Zy zijn door liefde elkaer genegen,
Geheel minzaem in de liefde al:
Leef Rosalinde, met u beminde!
Niemand als den Schepper die u scheiden zal.
|
|