Tot den Lezer of Zanger.
LIefhebbers van de Min, die gaaren zitten neuren,
Wilt om geen zoete Maagt u hertjes laten treuren,
Of heel in droefheid zyn en wezen zwaar belaan,
Maar neemt dit Liede-boek, wilt u vermaken gaan.
Hier is weer nieuwe stof, geen oude lompe vellen,
Waar meê men zit en droomt van oude Wyfs vertellen:
Maar 't aldernieuwste goet, dat uit Parnassus kruin,
Die staan in ten toon, het puikje van zyn Tuin;
't Bagyntje doet het deugt, de Quezel laat haar hooren,
Den Edelman neemt vreugt en laat zyn hert bekooren,
In 't zoet Musicaal, van het verliefde hof;
Liefhebbers altemaal hier vind gy mieuwe stof.
Matroozen of Zoldaat, hier kunt gy vrolyk zingen
En ook u leegen tyd, in zoet vermaak doorbringen:
Nooit aangenamer zang, vond men in eenig hoek,
Als gy nu vinden zult, hier in dit Liede-boek.