Vergadering van 24 september 1960, te Brussel
Installatie Van De Heer R. Brulez
Aanwezig: de heren Pauwels, bestuurder, Van Eeghem, onderbestuurder, Gilliams, wd. secretaris;
de heren Van Puyvelde, Claes, De Backer, Walschap, Kuypers, Schmook, De Baere, Van Loey, Foncke, Vanderheyden, Aerts, Axters, Lissens, en Brulez, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heren Lateur, Teirlinck, Muls, Carnoy, Van de Wijer, Baekelmans, Blancquaert, Baur, Lindemans, Indestege, Rombauts en Herreman, leden.
De bestuurder opent de vergadering en verwelkomt op hartelijke wijze de talrijke aanwezigen en in het bijzonder de heren Dr. R.A. van Elslande, Minister-Onderstaatssecretaris voor Culturele Zaken, R. Declerck, Gouverneur der provincie Antwerpen, en de vertegenwoordigers van de Nederlandse en Zuidafrikaanse Ambassadeurs.
Hij vermeldt de namen van de Academieleden die verhinderd waren de vergadering bij te wonen: de heren Teirlinck, Muls, Baekelmans, Lindemans, Rombauts en Indestege, alsook het Buitenlands Erelid Smit.
De bestuurder drukt zijn voldoening uit over de talrijke opkomst der genodigden waarin hij een blijk ziet van sympathie voor de Academie en voor het nieuwe Academielid.
De Academie is in stilte werkzaam, zoals haar wetenschappelijke en culturele taak vereist. Vandaag treedt ze naar buiten voor een zeldzame en plechtige gelegenheid, sedert 1954 traditie geworden, n.l. de installatie van een nieuw lid. En dat dit telkens te Brussel gebeurt mag worden beschouwd als een symbolische daad van Vlaamse aanwezigheid in de hoofdstad van het Koninkrijk België.
Na een lange ziekte en een lange periode van stilzwijgen op het gebied van de literair-historische kritiek, ontsliep ons betreurd medelid Lode Monteyne. Thans treedt Raymond Brulez als zijn opvolger aan. De Academie vernieuwt zich zelf.