Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Nieuwe reeks 1959
(1959)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 261]
| |
Openbare vergadering van 15 juli 1959 in het kasteel Beauvoorde te WulveringemAanwezig: de heren Foncke, bestuurder, Pauwels, onderbestuurder, De Baere, vast secretaris;
de heren Carnoy, Van Eeghem, De Backer, Walschap, Schmook, Gilliams, Vanderheyden, Axters en Lissens, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heren Muls, Baekelmans, Monteyne, Blancquaert, Claes, Baur, Lindemans, Indestege, Rombauts, Van Loey en Aerts, leden; de heren Minderaa en Endepols, ereleden.
* * *
Tijdens de lunch die de vergadering voorafging werd de heer Foncke, bestuurder, naar aanleiding van zijn 70ste verjaardag, door de heer Van Eeghem namens de Academie op welsprekende wijze gelukgewenst, waarna hem door de heer Pauwels, onderbestuurder, het gebruikelijke hulde-adres werd aangeboden. De heer Foncke dankte, ontroerd, voor deze blijken van sympathie vanwege zijn collega's.
* * *
Bij de opening van de vergadering, om 14 u. 30, waren een zestigtal personen aanwezig, o.m. senator J. van Buggenhout, de professoren Dr. P. De Keyser en Dr. Theo Luykx, de Z.E.H. Quartier, principaal van het college te Veurne, de Z.E.H. Vervenne, pastoor van S. Walburgis te Veurne, de heer burgemeester en de Z.E.H. Pastoor van Wulveringem, de letterkundigen K. Jonckheere, J. Vercammen, L. van Brabant, H. van Herreweghen, A. Demedts en J.L. De Belder, de heer L. Lams, beheerder van Beauvoorde.
Hadden zich laten verontschuldigen: Z. Exc. de Ambassadeur van de Unie van Suid-Afrika, de heer J. van Houtte, Minister van Financiën, Z. Exc. de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en Mevrouw P. van Outryve d'Ydewalle, de heer L. Gillon, lid van de Bestendige Deputatie, Prof. Dr. J. Haesaert, | |
[pagina 262]
| |
vast secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Dr. E. Langui, Directeur-Generaal voor Kunst en Letteren, de heer J. Boon, administrateur-directeur generaal van het N.I.R.
In zijn openingsrede dankt de bestuurder al degenen die tot het welslagen van deze vergadering hebben bijgedragen. Hij drukt er zijn vreugde over uit, dat ons eminent medelid Stijn Streuvels zijn 88ste levensjaar in schitterende gezondheid te gemoet treedt, en dat een tweede, even vereerd en verdienstelijk lid van de Academie, de heer H. Teirlinck, zo pas het doctoraat honoris causa van de Rijksuniversiteit te Gent heeft verkregen. Vervolgens brengt hij hulde aan de nagedachtenis van Jhr. A. Merghelynck, aan wie de Academie het bezit van het kasteel Beauvoorde en zijn kunstschatten verschuldigd is, en op wiens graftombe, de traditie getrouw, bloemen werden neergelegd. Hij dankt de heer Lams om het nauwgezette beleid in het beheer van de goederen van Beauvoorde. Hierna verwelkomt hij de aanwezigen, inzonderheid de beide sprekers en de medewerkers van de Vlaamse televisie-uitzendingen en het N.I.R. en verontschuldigt de leden van de Academie en de overheidspersonen, die tot hun spijt de vergadering niet kunnen bijwonen. Tenslotte licht hij de betekenis toe van deze vergadering die bedoeld is als een hulde aan de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns te Pretoria, die deze maand haar vijftigjarig bestaan viert, en legt er de nadruk op, dat deze hulde alleen mogelijk is geworden dank zij de bereidwilligheid, waarmede beide sprekers, de heer D.V. Louw, ambassadesecretaris van de Unie te Brussel en Prof. Pauwels, onderbestuurder van de Academie, hebben aanvaard het woord te voeren.
Na deze dankbaar toegejuichte rede verleent de bestuurder het woord aan de heer D.V. Louw, die op schitterende wijze een beeld schetst, met goed gekozen illustratieve voorbeelden toegelicht, van de hedendaagse Afrikaanse letterkunde, waarna de heer Pauwels handelt over het Afrikaans, dat hij als dochtertaal van het Nederlands bestempeltGa naar voetnoot(1). | |
[pagina 263]
| |
Beide redenaars mochten om de wetenschappelijke behandeling van hun onderwerp en hun welsprekend woord een dankbaar en luid applaus in ontvangst nemen. De bestuurder dankt de sprekers en de aanwezigen namens de Academie en nodigt allen uit tot de koffietafel, die op deze stralende zomerdag in het park van het kasteel wordt opgediend. |
|