lange baan zou worden geschoven spreekt de Academie bij hoogdringendheid de wens uit gevestigd te worden in het Egmondpaleis, dat de Regering zou kunnen aankopen van de stad Brussel en inrichten tot een geschikt lokaal voor de beide Academiën voor Taal- en Letterkunde’.
Vooraleer de bespreking over de motie-Van Puyvelde geopend wordt leest de vaste secretaris, bij wijze van inleiding, een door hem opgemaakte noot voor waarin, aan de hand van documentatie uit het archief der Academie, de retroacten van deze kwestie worden uiteengezet.
De heer Van Puyvelde komt dan aan het woord en licht zijn motie toe.
Aan de bespreking die volgt en waarin argumenten pro en contra worden ingeroepen, nemen deel: de heren Baur, Van Loey, Van de Wijer, Claes, Van Eeghem, Indestege, Vanderheyden, De Backer en Van Puyvelde. Daarna wordt tot stemming bij handopsteken overgegaan.
Het bij de motie voorziene voorstel om de zetel van de Academie van Gent naar Brussel over te brengen wordt met algemene stemmen min twee en één onthouding aangenomen. Over de wens tot vestiging in het Egmondpaleis zal de Academie zich uitspreken in de gewone vergadering van 18 maart e.k.