Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1956

[p. 339]

Vergadering van 18 juli 1956.

Deze zomervergadering werd, zoals vroeger, gehouden in de Ridderzaal van het kasteel Beauvoorde te Wulveringem.

Aanwezig waren: de heren Prof. Dr. E. Rombauts, Bestuurder, Prof. Dr. A. van Loey, Onderbestuurder, en Dr. C. de Baere, Bestendig Secretaris;

de heren leden Fr. Lateur, Prof. Dr. A. Carnoy, L. Baekelmans, Dr. Ern. Claes, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Prof. Dr. Fr. de Backer, Ger Schmook, M. Gilliams, Dr. L. Indestege, Prof. Dr. R. Foncke, Prof. Dr. J. Fr. Vanderheyden, Prof. Dr. J.L. Pauwels, en de E.H. Prof. Dr. J. Aerts.

Afwezig met kennisgeving: de heren Dr. H. Teirlinck, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. H.J. van de Wijer, Prof. Dr. L. Grootaers, Prof. Dr. E. Blancquaert, Dr. J. Lindemans en J. Kuypers, leden;

de heren Dr. C. Huysmans en Dr. Fr. van Cauwelaert, binnenlandse ereleden;

de heren Dr. M. Schönfeld en Dr. H.J.E. Endepols, buitenlandse ereleden.

De Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België was vertegenwoordigd door de heer Prof. Dr. J. Haesaert, Vast Secretaris.

_* * _*

De zitting was voorafgegaan door een lunch, waaraan 27 personen, o.w. verschillende dames, deelnamen.

Na afloop ervan werden door een delegatie der Academie, bestaande uit het Bestuur en de heren De Backer en Van Eeghem, bloemen neergelegd op het graf van Jhr. Arthur Merghelynck.

_* * _*

Een talrijk publiek had ook dit jaar de uitnodiging van de Academie tot deze openbare vergadering beantwoord. We vermelden o.m. de heer Senator Van Buggenhout, burgemeester van Koksijde, de heer R. Brulez, Directeur van de Vlaamse

[p. 340]

gesproken uitzendingen van het N.I.R., de heer K. Jonckheere, letterkundig adviseur bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs, de heren burgemeesters van De Panne, Vinkem en Wulveringem, de heer Thomas, Prefect van het K. Ath. te Veurne, de E.H. Pastoor van Vinkem, de E.H. Quartier, principaal van het college te Veurne, de letterkundigen J. de Belder, Jan Vercammen, Hubert van Herreweghen, Mevr. Aspeslagh-Timmermans, e.a.m.

Bericht van verhindering kwam van: de heer Gouverneur van West-Vlaanderen; de heren Senatoren Ancot en Fereyn; de heren Volksvertegenwoordigers Dequae, De Groote en De Winter; de heer Prof. Dr. A. Lacquet, Vast Secretaris van de Kon. Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België; de heer Voorzitter van de Rechtbank van eerste Aanleg te Veurne, de heer Van Acker, arrondissementscommissaris te Veurne, de heer A. Demedts, hoofd van het N.I.R., Studio Kortrijk, enz.

_**_*

Om 15 uur opent de Bestuurder de vergadering voor een volledig bezette zaal. Hij brengt een voorlopige piëteitvolle hulde aan de nagedachtenis van ons betreurd buitenlands erelid, Prof. Dr. F. Mossé, op 10 juli overleden. Na een minuut ingetogen stilte feliciteert hij dan de heer Prof. Dr. E. Blancquaert, aan wie sedert de vorige vergadering der Academie de zilveren anjer van het Prins Bernhardfonds werd toegekend, als waardering voor zijn arbeid ten dienste van de culturele samenwerking van Vlaanderen en Nederland. Hij begroet de aanwezigen, in het bijzonder de heer Prof. Dr. J. Haesaert, Vast Secretaris van de Kon. Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, de heer Senator Van Buggenhout en de andere overheidspersonen, en verontschuldigt diegenen onder de genodigden die om verschillende redenen niet aanwezig konden zijn.

Vervolgens verleent hij het woord aan de E.H. Prof. Dr. J.J. Aerts. Spreker ontleedt en bespreekt het oeuvre van de onlangs overleden Duitse geleerde en letterkundige Ernst Robert Curtius, en toont aan hoe diens gehele werk getuigt van zijn streven naar eenheid van de Westeuropese cultuur. De voordracht werd

[p. 341]

met de grootste aandacht gevolgd en op een verdiend applaus onthaald.

De Bestuurder dankt de geleerde spreker voor zijn rede, waarin de betekenis van de grote Europeaan, die Curtius was, op duidelijke en fijnzinnige wijze in het licht werd gesteld. Hij drukt de hoop uit, dat zij voor de Verslagen en Mededelingen der Academie bestemd is. Hij voegt er een bijzonder woord van dank aan toe voor de heer Lams, die de materiële verzorging van deze vergadering op zich heeft genomen, en nodigt ten slotte de aanwezigen uit op het traditioneel geworden koffiepartijtje onder de hoge bomen van het mooie park.

Ook ditmaal werden door de Vlaamse televisie-uitzendingen, die bij elke gelegenheid blijk geven van belangstelling voor de activiteit van de Academie, enkele welgeslaagde lichtbeelden van de vergadering gemaakt.