met het Merghelynck-legaat bezig en stelde aan de Academie voor het beheer er van aan den Heer Leo Flyps toe te vertrouwen. Deze was nl. de neef van de Douairière, woonde sedert jaren met haar in het kasteel en leverde de beste waarborgen op voor het veilig behoud van het goed. (Zie Verslagen en Mededeelingen, 1941, December-aflevering, blz. 740 en 744).
Wulveringem was toen door de Duitschers bezet, Duitsche officieren waren in het kasteel met hun ordonnansen ingekwartierd en een officierentafel was er ingericht. Door de Bestuurscommissie en het Beheer van Schone Kunsten werden stappen gedaan om het Kasteel van dergelijke bezetting te bevrijden, maar te vergeefs. Er dient hieraan toegevoegd, dat de Hr. Flyps reeds vroeger had gezorgd voor het bergen in het dorp van zekere kostbare voorwerpen als meubelen, schilderijen, tapijten en koperwerk. In 1943 begon tegen de Hr. Flyps een actie bij de bezettende macht om hem uit Wulveringem te verwijderen. Het Bestuur van Schone Kunsten en de Secretaris wendden vergeefse pogingen aan om deze actie te keer te gaan. Eind 1943 ontving de Hr. Flyps bevel om niet alleen het kasteel, maar de streek te verlaten. Hij vestigde zich achtereenvolgens te Brussel en te Ieper, maar werd ziek en overleed in Juli van het volgend jaar in een kliniek te Antwerpen.
De Bestuurscommissie nam onmiddellijk de nodige voorzorgen om in het beheer van het legaat te voorzien, en hechtte in Juli 1944, haar goedkeuring aan de aanstelling tot wd. beheerder van den Hr. Louis Lams, ontvanger der Registratie en Domeinen te Veurne.
Na het vrijlaten van het kasteel en het dorp door de geallieerden, die er de Duitschers van September 1944 tot Februari 1945 hadden vervangen, ontzag de Hr. Lams geen moeite om volgens de onderrichtingen van de Bestuurs-Commissie de verspreide meubels na herstelling terug in het kasteel op hun plaats te laten onderbrengen. Een nieuwe inventaris dient nu te worden opgesteld. Dank zij de hulp van onzen beheerder, zal deze inventaris, waartoe hij reeds de noodige nota's heeft verzameld, niet meer den tijd en de moeite kosten aan den inventaris in 1926 besteed door de H. Scharpé, toenmalig bestuurder van de Academie, met de hulp van een ambtenaar van het middenbestuur en een expert ondernomen.
Gelet op de zorg en de toewijding van den wd. beheerder