| |
| |
| |
Vergadering van 5 Augustus 1931.
Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. M. Sabbe, bestuurder en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Dr. Is. Teirlinck, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. Van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. Vermeylen, Prof. Dr. Vandevelde, J. Jacobs, F. Toussaint-van Boelaere, Prof. Dr. Bellefroid en Cyr. Buysse, werkende leden;
de heeren: Prof. Dr. Verdeyen, Prof. Dr. Vande Wijer, Dr. Fl. Prims, J. Eeckhout en Em. De Bom, briefwisselende leden.
Lieten zich verontschuldigen: Prof. Salsmans, onderbestuurder, Kan. Joos, Dr. L. Simons, Prof. Dr J. Persijn, Prof. Van Mierlo, werkende leden; Prof. Dr. L. Grootaers, briefwisselend lid.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Juli-vergadering; het wordt goedgekeurd.
| |
Aangeboden boeken.
Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Académie royale de Belgique. Classe des Beaux Arts, Mémoires, Collection in 4o, Deuxième Série, Tome II, fasc. 2.
Le Statuaire Jean Mone (Jehan Money), Maître artiste de Charles-Quint Sa vie, ses oeuvres, par Paul Saintenoy.
| |
| |
Door de Stad Mechelen:
Verslag over de Stadsbibliotheek (Boekerij-Aanverwante verzamelingen), door H. Dierickx, Archivaris-Bibliothecaris.
Door de Hoofdbibliotheek der Stad Antwerpen:
Mededeelingen van de Stedelijke Hoofdbibliotheek. Vierde jaargang. 1931. Nrs 3-4.
Door het Indisch Comité voor Wetenschappelijke Onderzoekingen:
A Study on Papuan Music, bij J. Kunst.
Door de Union Internationale de Radiodiffusion:
Les Problèmes de la Radiodiffusion.
Door het Comité du Centenaire de Marcelin Berthelot:
Le Centenaire de Marcelin Berthelot.
Door de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam:
Lijst van aanwinsten. Jaargang 1931. No 2.
Door de Consiglio Nazionale delle Ricerche, van Rome:
Bollettino d'informazioni. Anno 1-1931. Nr 1-6, 7-8, 9-10, 11 en 12.
Bollettino d'informazioni. Anno 1931. Nrs 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, en 8.
Door Universiteit te Lund:
Lunds universitets Arsskrift XXVI-1930.
Door de leden der Academie:
Arnold Van Schoorisse. Historisch drama in vijf bedrijven, door Omer Wattez, werkend lid.
Vanwege den schrijver, door Prof. J. Salsmans, S.J., werkend lid der Academie.
Het Juiste Woord, door P.L. Brouwers, S.J.
| |
Aangekochte boeken.
Dictionnaire Liégeois, door Jean Haust, Fasc. 8.
Het West-Vlaamsch van Guido-Gezelle, door Dr. R. Van Sint-Jan.
Vlaanderen door de eeuwen heen. Afl. 7 en 8.
Larousse du XXe Siècle, Tome IV.
| |
| |
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Voortzetting van de uitgave van K. de Flou's Toponymisch Woordenboek. - Brief van 27 Juli 1931, waarbij de heer Jozef De Smet, van het Staatsarchief te Brugge, zich verbindt de verdere uitgave van de Flou's werk te verzekeren. De door zijn toedoen bezorgde uitgaven zouden deze of soortgelijke melding dragen op het titelblad: Door den heer Joz. De Smet bezorgde uitgave.
2o) Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam (Academia regia disciplinarum nederlandica). - Prijskamp voor Latijnsche gedichten ‘ex legato Hoeufftiano’. - Gedrukte rondzendbrief houdende mededeeling van den uitslag van den wedstrijd voor 1931 en het programma van den wedstrijd voor 1932.
3o) Proeve over de Moderne Talen. - Bij brieve van 3 Augustus 1931 verzoekt de heer Minister van Kunsten en Wetenschappen (Beheer M.O.) de leden der Academie te willen aanduiden welke als voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zouden kunnen belast worden met het afnemen der proef over de moderne talen in de provinciën Brabant, Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen, en Limburg.
De eerste zitting zal plaats hebben op 15 October en de tweede op 20 December.
Worden voorgesteld:
a) tot titelvoerenden voorzitter:
Antwerpen: J. Jacobs;
Brabant: Rector Dr. A. Vermeylen;
Oost-Vlaanderen: Prof. Dr. J. Vercoullie;
West-Vlaanderen: Prof. Dr. A. Van hoonacker;
Limburg: Prof. Dr. J. Mansion.
| |
| |
b) tot plaatsvervangend voorzitter:
Brabant: Dr. L. Goemans;
Antwerpen: Dr. Floris Prims;
Oost-Vlaanderen: Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde;
West-Vlaanderen: Prof. Dr. L. Scharpé;
Limburg: Prof. Dr. R. Verdeyen.
| |
Mededeelingen namens commissien
Io) Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - Prof. Dr. Scharpé, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig, de hh. J. Jacobs, voorzitter, Dr. L. Goemans, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, leden en Prof. Dr. Scharpé, lid-secretaris; wonen de zitting bij als hospiteerend lid: Prof. Dr. R. Verdeyen, Prof. Dr. Van de Wijer, E.H.J. Eeckhoudt, en Dr. F. Prims.
Aan de dagorde staat:
1o) Voorstellen tot vervanging van wijlen hr K. de Flou als lid der Commissie. Worden voorgesteld: de hh. J. Cuvelier en L. Van Puyvelde.
2o) Voorstellen tot vervanging van Kan. A. Joos die ontslag neemt als lid. Worden voorgesteld de E.E.P.P. Van Mierlo en Salsmans.
3o) Vervanging van Kan. A. Joos als ondervoorzitter der Commissie. Wordt verkozen Mr Leonard Willems.
4o) Het middeleeuwsch Esbattement. - Lezing door Mr Leonard Willems.
Ons land heeft in de Middeleeuwen een bloei van tooneelspelen gekend zooals geen ander. De Gezellen van den Spele vervulden een rol van belang in het sociaal leven. Weinig is overgebleven van hun repertorium. Over de wijze van opvoe- | |
| |
ring zijn we maar matig ingelicht. De ‘graet’, quid? Spelen van zinne, Abele Spelen, wat eigenlijk de zin van die bepalingen? Twistvragen in overvloed, en klinkklare dwalingen die van handboek tot handboek overgaan.
Abele Spelen: Mone, Leendertz, Jonckbloet, Eelco Verwys, Matthijs de Vries, Worp, Verdeyen, hebben er allen hun eigen meening over.
Mr Willems onderzoekt de akten van het woord ‘esbatement’. Het blijkt wel dat we esbatement in het Middelnederlandsch niet door ‘Klucht’ mogen vertalen. Het woord heeft den zin van vermakelijk spel; een ernstig zoowel als een lustig spel is dienstig tot aangenaam tijdverdrijf, tot ‘divertissement’; bepaald bedoeld als spel tot leering zijn daarentegen de spelen van zinne. - De abele spelen waren feitelijk spelen van esbattemente; zoogoed als de zotte boerden die er bij hooren; Willems giste zulks en Colijn Van Rijsele's Spiegel der Minne, begrijpende ‘in zes esbattementspelen’ de aandoenlijke liefdegeschiedenis van Diederik den Hollander bevestigt die gissing. De abele spelen zijn bijgevolg naar de Middelnederlandsche terminologie spelen van ‘esbattemente’, in tegenstelling met de Spelen van Zinne.
Gelegenheidsstukken bij intreden van vorsten, b.v., worden aanvankelijk meestal aangeduid door den term esbattement: zoo te Rotterdam bij de pauselijke benoeming van Adriaan VI. Cornelis Everaert noemt een van zijn gelegenheidsstukken ‘esbatement’, de andere eenvoudig ‘spel’. Toen daarna ‘esbatement’ in de beteekenis ‘Klucht’ algemeen werd, treedt spel van zinne in de plaats (tweede helft van de zestiende eeuw).
Verder wijst Mr. Willems nog op de studie van Prof. J.W. Muller die de abele spelen (aansluitend bij de opvatting van Prof. Verdeyen) voor Brabantsch houdt en vult diens argumenteering aan.
Prof. Verdeyen doet opmerken dat het woord ‘esbatement’ eerst in de vijftiende eeuw optreedt. Het is een uit het Fransch overgenomen modewoord. Maar wanneer werd het overgenomen?
De Voorzitter bedankt den h. Willems, en stelt voor dat de lezing in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
| |
| |
Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - Prof. Dr. M. Sabbe, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren O. Wattez, voorzitter, Frank Lateur, ondervoorzitter, Prof. Dr. Sabbe, lidsecretaris, Dr. Is. Teirlinck, Rector Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde, leden.
Aan de dagorde staat:
1o) Een Vlaamsche vorm van de Brabançonne, door den hr. L. Lambrechts ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden.
De heeren O. Wattez en M. Sabbe worden aangeduid als verslaggevers.
2o) Casparus van den Ende contra van Waesberghe. - Lezing door Prof. Dr. R. Verdeyen.
Met verwijzing naar zijn vroegere mededeeling over de moeilijkheden, die Naeranus gehad heeft met Pieter van Waesberghe, naar aanleiding van de uitgave van de Gazophylace door Gasparus van den Ende, bespreekt Prof. Verdeyen thans in bijzonderheden de verschillende drukken van dit nieuwe werk. Uit zijn onderzoek is gebleken, dat de 1e druk eigenlijk verscheen in 1656 en opnieuw herdrukt werd in 1665 met een ander voorwerk. De tweede druk verscheen in 1669, de derde in 1681, de vierde in 1697, de laatste met twee titelbladen waarop andere data voorkomen.
Verder bespreekt Prof. Verdeyen de hollandsche strekking van dit woordenboek.
3o) Kruid- en tuinboeken in de Belgische taal vóór 1800 (II). - Lezing door Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde.
Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde stelt zijn bibliographisch onderzoek voort over de kruid- en tuinboeken, vóór 1800 in het Nederlandsch uitgegeven. Hij beschrijft in deze tweede lezing
| |
| |
al de uitgaven van af de Nederlantze Hesperides van Commelyn tot aan de Flora Batava van Kops.
De lezing zal in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
| |
Dagorde
1o) Lidmaatschap van de Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. Verkiezing. - Twee plaatsen staan open.
a) ter vervanging van wijlen Dr. K. de Flou,
b) ter vervanging van Kan. A. Joos, ontslaggever.
Er wordt tot de verkiezing overgegaan.
Worden door den Bestuurder tot stemopnemers aangeduid de hh. Vercoullie en Carnoy.
Worden tot leden der Commissie benoemd de hh. J. Cuvelier en Prof. Van Mierlo.
2o) Voorstel tot wijziging van art. 15 § 1 van de Wetten der Academie. - Naar aanleiding van de verkiezing tot lid van de Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde, vraagt de hr. Scharpé of het niet mogelijk is de voorschriften der Wetten te veranderen, waarbij alleen werkende leden der Academie in de Commissie kunnen verkozen worden. De Bestuurder stelt voor over de motie van Prof. Scharpé in de a.s. zitting te stemmen.
3o) Moderne Spelling der Vlaamsche Gemeentenamen. - De Bestuurder verleent het woord aan Prof. Dr. Van de Wijer, die als volgt verslag uitbrengt over het onderhoud aan de afvaardiging der Academie door den Heer Eersten Minister toegestaan.
Op Zaterdag 11 Juli verleende de Eerste Minister een onderhoud aan de afgevaardigden der Kon. Vla. Academie Prof. J. Mansion en Prof. H.J. Van de Wijer (Prof. J. Vercoullie kon niet bijtijds bereikt worden), die bij de Regeering wenschten aan te dringen opdat eindelijk de
| |
| |
moderne spelling der Vlaamsche gemeentenamen officieel zou bekrachtigd worden.
Bij dit onderhoud werd op de eerste plaats gewezen op het feit dat, administratief gesproken, de kwestie sedert het jaar 1843 onafgebroken aan de dagorde heeft gestaan en, dat spijts veel en langdurig zoeken, bij de verschillende departementen de grootste wanorde is blijven heerschen.
Anderzijds werd de nadruk gelegd op het werk van de Spellingcommissie van 1864, die het principe der moderne spelling reeds had gesteld, op de talrijke gelegenheden (Taal- en letterkundige congressen, wetenschappelijke tijdschriften, enz.), waarbij ditzelfde principe door Vlaamsche wetenschapsmenschen werd verdedigd, op de volledige voorstellen vooral, welke de officieel ingestelde Commissie van 1886-1894 voor het eerst had uitgewerkt.
Het moest dan ook niemand verwonderen, dat de naamlijst, die in 1927-1929 door de Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie werd opgemaakt, bij het Vlaamsch publiek volledige instemming had gevonden en dat het moderne principe op dit oogenblik nog alleen in de Franschtalige pers en door de administratie wordt bestreden.
De Eerste Minister wenschte aan de afgevaardigden niet te ontveinzen dat de nieuwe spelling ook hem wel eenigszins hinderde, maar wilde ook anderzijds niet ontkennen dat de aangelegenheid er een was van uitsluitend taalkundigen aard, die door philologen moest opgelost worden.
Ten aanzien van de practische voordeelen der voorgestelde oplossing en vooral van de eensgezinde instemming er mede vanwege meer dan vijf-en-twintig vooraanstaande Vlaamsche vereenigingen, drukte de Eerste Minister dan ook onomwonden de meening uit, dat aan den wensch van de Vlaamsche intellectueele wereld voldoening moest worden geschonken: om deze te bevredigen, zou hij persoonlijk niet voor een strijd tegen de administratieve sleur terugdeinzen.
| |
| |
4o) Letterkundige Mededeeling. - Prof. Dr. Maurits Sabbe overhandigt, met een woord van lof over de werkzaamheid van den auteur, de volgende studiën, door Prof. E. Blanquaert (Gent) aan de Academie geschonken:
1. | Klein Brabantsche Dialect. Grenslijnen. |
2. | Over de dubbele ontkenning en nog wat. |
3. | Beschaafde uitspraak van het Nederlandsch. |
4. | Uit het Archief van een Oostvlaamsche Schuttersgilde. |
5. | Beschouwingen bij een Zwitsersch Taalgrens-Standaardwerk. |
6. | West-Brabantsche Dialectologie. |
7. | Methode van de Vlaamsche Dialectologie. |
8. | Historisch overzicht van de Vlaamsche Dialectologie. |
9. | De Nederlandsche Dialectnamen van de Spin, den Razebol en het Spinneweb. |
10. | Een paar Lengtemetingen. |
11. | Voor een fonetiese Beschrijving van het Modern Nederlands. |
12. | Vlaamsch of Duitsch? |
13. | Een gemeenschappelijke Grondslag voor het Noorden Zuid-Nederlandsch Dialectonderzoek. |
14. | Tekst bij de phonoplaat over beschaafd Nederlandsche typeklanken. |
15. | Verslagen van de Commissie voor Toponymie en Dialectologie. |
16. | Over M.J. Van der Meer's Historische Grammatik der Niederländischen Sprache. |
17. | Inleiding en Vragenlijst voor de Reeks Nederlandsche Dialect-atlassen. |
18. | Over Archives Néerlandaises de Phonétique Expérimentale (Soc. Holl. des Sciences à Harlem). |
19. | Kivu. |
5o) Prijsvragen voor 1932 en volgende jaren. - Namens de Commissie voor Prijsvragen brengt de Besten- | |
| |
dige Secretaris verslag uit over de gehouden vergadering der Commissie en deelt de lijst mede van de prijsvragen welke zij voorstelt. De voorgestelde vragen worden door de Academie besproken en de lijst er van wordt goedgekeurd zooals deze op blz. 797 vv. gedrukt is.
6o) Lezing door Prof. Dr. R. Verdeyen. - Amerika. Een greep in de werkelijkheid.
Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de vergadering dat de lezing in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
***
Commissie van het Salsmansfonds. - De Commissie vergaderde na de algemeene zitting. Waren tegenwoordig de heeren Dr. Is. Teirlinck, Dr. L. Goemans, Prof. Salsmans S. J, en Prof. Van mierlo. De twee laatsten fungeeren resp. als voorzitter en als secretaris. Over het door den Eerw. H. Paquay ingezonden stuk lezen de Eerw. P.P. Salsmans en Van Mierlo hunne verslagen, welke door de vergadering na bespreking worden beaamd.
Er wordt besloten het stuk in zijn tegenwoordigen vorm niet op te nemen in de reeks van de uitgaven van het Salsmans-Fonds.
|
|