sentimentaliteit, die de kunstenaar in dit werk vermocht uit te drukken. Zijn dramatische voorstellingen zijn niet aangrijpend. Zij zijn eerder elegische gedichten op een gedempten toon gezongen. Zijn Madonna's omarmen teederlijk het lieve Christuskind, en zij doen het met teer gebaar. Metsys legt zelfs iets geaffecteerds in zijn lyrische voordracht. Zijn personages zijn schoon, buigzaam, en spelen met zorg hun rol. Zijn vrouwen hebben het uitzicht van teere planten, zijn kinderen zijn precieus, zijn mannen ingetogen en zwijgzaam. Deze sentimentaliteit dringt door in de uitvoering. Metsys vindt als geen ander zachte overgangen voor de modeleering der gelaten. In de kleedij vindt hij kleuren, die geheel nieuw zijn, en waar teere overvloeiingen in voorkomen van blauw en rood, van geel en rose, van opaal en grijs. Zijn teergevoeligheid maakt hem aldus tot een virtuoos.
Al deze hoedanigheden, eigen aan den stijl van den tijd, of geheel eigen aan zijn persoonlijke kunst, maken van Metsys den meester van den gematigden overgang. Hij was de handigste en meest gevierde kunstenaar te Antwerpen. Zijn werk mocht achting afdwingen bij zijn kunstgenooten en tot medewerking en navolging lokken.
Joachim Patenir en Joos van Cleve stelden er prijs op, met hem mee te werken. Van Mander wist ons reeds mee te deelen dat hij een werk kende, bij Melchior Wyntgis te Middelburg, waarin de figuren van Metsys en van Joos van Cleve zijn en het landschap van Patinir, en C. Justi heeft er terecht op gewezen dat, in de Bekoring van den H. Antonius in het Prado, Patenir het landschap schilderde voor Metsys.
Velen, en de besten, werden door Metsys tot navolging aangelokt. Terwijl een groep zwakkelingen te Antwerpen oversloegen tot het gezocht manierisme, dat grif verkocht werd bij het internationaal publiek in de handelsstad, bleven de besten de richting van Metsys getrouw: het zijn, onder meer, de Meester van de Mansi-Magdalena, en de Meester van het Morrison-triptiek, Goosewyn van der Weyden en Marinus van Reymerswaele, die in den treure Metsys' Bankiers-thema ontwikkelt. De oude Vlaamsche traditie blijft leven in hun werk, en zij zal blijven leven tot in het werk van Rubens.
Metsys is ons een heerlijk voorbeeld van wat de Vlaming vermag, als hij oogen heeft voor vreemden geest en smaak, en steeds zijn eigen geaardheid getrouw blijft.