| |
| |
| |
Vergadering van 5 Augustus 1925
Aanwezig de heeren: Mr. Leonard Willems, bestuurder, Prof. Dr. L. Scharpé, onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren: K. de Flou, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Kan. Dr. J. Muyldermans, Kan. A. Joos, Is. Teirlinck, Prof. Dr. J. Mansion, O. Wattez, Prof. J. Vercoullie, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde, J. Jacobs, Prof. Karel van de Woestyne, Dr. M. Sabbe, Prof. Dr. A. van Hoonacker, en J. Salsmans, S.J., werkende leden.
De heeren Prof. Dr. A. Carnoy en Dr. J. van Mierlo jun. S.J. lieten zich verontschuldigen.
⋆⋆⋆
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Julivergadering; het wordt ongewijzigd goedgekeurd.
⋆⋆⋆
Leopoldsorde. - Bij Koninklijk Besluit van 21 Juli 1925 werd de heer Frank Lateur (Stijn Streuvels), werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, tot Officier in de Leopoldsorde bevorderd; bij hetzelfde Besluit werd Pater J. Salsmans, S.J., werkend lid, benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde. - Mr. Leonard Willems, bestuurder, wenscht die heeren geluk met die vereerende onderscheiding.
| |
Aangeboden boeken.
Door de ‘Sächsische Akademie der Wissenschaften’, te Leipzig:
Berichte über die Verhandlungen. Philologisch-historische Klasse. 76. Band: 2.-4. Heft; - 77. Band: 1. Heft.
Abhandlungen der philologisch-historischen Klasse. 38. Band: no
Door Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid:
Reichs-Marine-Amt. Handbuch des Englischen Kanals. II. Teil: Die Nordküste Frankreichs. 4. Auflage. Mit 346 Küstenansichten. Berlin, 1914.
| |
| |
De Duitsche Oorlog en het Katholicisme. Duitsch verweer tegen Fransche aanvallen. Uitgegeven door Duitsche Katholieken. Amsterdam-Rotterdam, 1915.
La guerre. 1914-1915.
Door Kan. Am. Joos, werkend lid, vanwege den E.H. Buysse, bestuurder van het St-Amandsgesticht:
De Scheldestranden. Dichtstuk in twaelf Zangen, door Pieter Vandesteene. 1804-1874. Eerste deel: 1e-6e Bespiegelingen. Tweede deel: 7e-12e Bespiegelingen. (Handschrift in 2 schrijfboeken.)
Door Dr. J. van Mierlo, jr. S.J., briefwisselend lid:
Leuvensche Studiën en Tekstuitgaven. Hadewych. Visioenen, opnieuw uitgegeven door Dr. J. van Mierlo, jr. S.J. II Inleiding.
Door den heer L. Delpire, Navez-straat 20, te Schaarbeek (Brussel):
Eersten Placaet-bouck, inhoudende diversche Ordonnancien, Edicten ende Placaeten Ghepubliceert inden Lande van Vlaendren t' zedert den laere Vyfthien-hondert zes tot ende metten Iaere zesthien-hondert Neghenen-twintich. Te Ghendt by Anna vanden steene Fa Ians wonende op de Ste Pharahilden plaetie. Anno 1629.
Tweeden Placaet-bouek ...... id.
Hantvest of Chatte chronyck vande Landen van Oud-Batavien, Oud-Vriesland, Oud-Francenland...... Beschreven door Joncker Matthijs van der Houve, Schilt-knaep, Hier tot Campen, geboren in 's Graven-Hage, anno 1577. In 's Graven-Haghe, 1638.
Door den Schrijver:
Eeckhout (Joris). - Literaire Profielen. Brugge, 1925.
Bom (Emmanuel de). August Snieders, de honderdjarige. (In Nieuwe Rotterdamsche Courant van Zaterdag 1 Augustus 1925.)
Aangekocht: Ridder (André de). La littérature flamande contemporaine (1890-1923). Anvers, 1923.
| |
Letterkundige mededeeling.
Door den lieer Dr. L. Goemans, bestendig Secretaris, over Literaire Profielen, door Joris Eeckhout.
Uit naam van den Schrijver heb ik de eer aan de Academie aan te bieden, het eerste deel zijner Literaire Profielen, onlangs in druk verschenen bij de firma Excelsior. Het lijvig boekdeel van circa 400 blzz. bestaat uit een reeks letterkundige schetsen over werken van Noord- en Zuidnederlandsche schrijvers als. Scharten, Van Suchtelen, Querido, de Clercq, Muls, van Eeden, Streuvels, Verwey, Feber, Erens, Caesar Gezelle, Vermeylen, van Driessche, Nieuwenhuis, de Mont, Verschaeve, Timmermans, Poelhekke, Persyn, Toussaint.
Wat in die boeiende schetsen het eerst treft, is de groote belezenheid van den kritikus, zijn bekendheid met de vooraan- | |
| |
staande schrijvers der wereldletterkunde, zijn gepaste en suggestieve vergelijkingen tusschen allerhande werken en tendenzen.
Met sympathie tracht hij de meest verschillende kunstopvattingen te doordringen, te begrijpen, te verklaren. Zijn fijne smaak en wijsgeerige zin gaan gepaard met een warme geestdrift voor al de uitingen van het schoone in kunst en letteren.
De Literaire Profielen zijn een mooie aanwinst voor de Vlaamsche letterkunde.
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Tweede Geschied-Oudheidkundig Congres en Tentoonstelling der Kempen. - Brief van 18 Juli, waarbij de Z.E. Kan. J.E. Jansen, O.P., hoofdvoorzitter van het Tweede Geschieden Oudheidkundig Congres en Tentoonstelling der Kempen te Brecht, van 30 Augustus tot 13 September, de Academie verzoekt zich op het Congres te laten vertegenwoordigen. - De heer Gustaaf Segers wordt als vertegenwoordiger der Academie aangesteld.
2o) Verkiezing van twee briefwisselende leden. - Brief van 28 Juli 1925, waarbij de heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie afschriften stuurt van de Koninklijke Besluiten, houdende goedkeuring van de verkiezing tot briefwisselend lid van de Academie van de heeren Dr. J. van Mierlo jun. S.J. en Felix Timmermans.
| |
Mededeelingen namens commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - De heer Prof. Dr. L. Scharpé, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Karel de Flou, voorzitter, Prof. J. Vercoullie, ondervoorzitter, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, Dr. L. Goemans, Dr. L. Simons, Mr. L. Willems, J. Jacobs, leden, en Prof. Dr. L. Scharpé, lid-secretaris.
| |
| |
Aan de dagorde staat:
1o) Over de regeering der voorzetsels in het Middelnederlandsch (slot). - Door J. Jacobs.
E.H. Jacobs deelt het slot mede van zijn vaststellingen over dit onderwerp. De toestand voor Leiden, 1359-1372, komt geheel overeen met dien te Brugge in denzelfden tijd; Spreker steunt daarbij op de teksten bij Posthumus. Ook in den tijd die op deze periode volgt is de overeenkomst tusschen Leiden en Brugge hoogst treffend.
Wat plaatsen betreft die ver van de dialectcentra gelegen zijn, onderzocht E.H. Jacobs den toestand te Dendermonde, Oudenaarde, Massemen (tusschen Gent en Dendermonde). Te Massemen, in 1250, is de toestand totaal anders dan te Brugge in 1277. Te Dendermonde en te Oudenaarde een ander stel van regeering dan te Brugge.
De regeering der voorzetsels verschilt van gebied tot gebied, van stad tot stad, van schrijver tot schrijver zelfs, als men het op den keper beschouwt.
Om te sluiten, vat E.H. Jacobs zijn bevindingen in het algemeen samen, tracht de locale verscheidenheid te verklaren en wijst op het ontbreken van een uniform geschreven Middelnederlandsch, niettegenstaande den aanloop tot zulk een geregelde ambtelijke taal, in kanselarijen, in schepenakten, enz.
Het onderscheid rust-richting, is in het Mnl. niet duidelijk na te wijzen, behalve op de Oostelijke grens.
Sommige voorzetsels vertoonen bijzonder uitsluitende neiging voor accusatief, andere voor datief, in de zuiver Nederfrankische gewesten. In de westelijke dialecten is de toestand meer verward.
E.H. Jacobs meent dus 3 gebieden te moeten onderscheiden:
het Westen, langsheen de zee; |
het Middengebied (Brabant, Antwerpen); |
het Oostelijk gebied (Belgisch en Hollandsch Limburg, Gelderland). |
Zoo doen deze reeks statistieken een bruikbaar criterium aan de hand voor de bepaling van de herkomst van niet gelocaliseerde oude teksten.
Onder dank, wordt voorgesteld de bijdrage van E.H. Jacobs in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
2o) Mededeeling aangaande de vroeger genomen beslissing over het al of niet opnemen in de Verslagen en Mededeelingen van bijdragen in een vreemde taal gesteld.
| |
| |
In de Commissie voor Mnl. Letteren, Dec. 1924, werd een studie voorgelegd van Prof. Logeman, over de etvmologie van ‘langwerpig’. Deze studie was gesteld in het Engelsch daar de Academie geen Kollewvn-spelling toelaat. De heer Goemans, bij afwezigheid van Prof. Logfman, had on verzoek van dezen aangenomen de studie in te leiden. De Commissie, niettegenstaande haar hooge waardeering voor het gehalte der studie, achtte het opnemen in de Verslagen en Mededeelingen niet mogeliik, daar reeds vroeger het afdrukken van een werk, in het Engelsch ongesteld, gestaakt is geworden terwille van de vreemde taal waarin het werk geschreven was. Dit was Prof. Logeman onbekend. Na hiervan kennis te hebben gekregen, is Prof. Logeman tot het inzicht gekomen dat het uitsluitend om een beginsel ging, bij de genomen beslissing. De Commissie beslist in haar zitting van vandaag de Academie in nleno te wiizen op de hierover gevoerde briefwisseling; deze briefwisseling heeft het uitschakelen van een tiideliik misverstand voor gevolg gehad. een misverstand dat door de leden ten zeerste betreurd werd tevens besloot de Commissie de leden der Academie gelegenheid te geven van deze briefwisseling kennis te nemen op het Sekretariaat. Prof. Logeman drukt ten slotte nog eens den wensch uit dat de Academie haar leden vrije spellingskeus toelate voor de stukken die zij voorleggen.
3o) Tekstverbeteringen · Lucidaris, vs. 1142, 1461, 1590, 1793, 2054, 2177, 4104, 4208, 5698, 5733. Boudewijn van der Looren's Tijtverlies, vs. 63, - Strijt der Minne, vs. 47. - Maerlant's Rijmbijbel, vs. 27123. - Door Mr. Leonard Willems.
Uitgesteld tot de volgende vergadering.
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - De heer O. Wattez, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. A. Vermeylen, voorzitter, Dr. L. Simons, ondervoorzitter, Is. Teirlinck, Kan. Dr. J. Muyldermans, G. Segers, Prof. Dr. L. Scharpé, Dr. M. Sabbe, leden, Dr. Vandevelde, hosp. lid, en Omer Wattez, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o) Tweede bijdrage tot de studie der werken van Stephanus Blankaart. - Door Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde.
Dr. Vandevelde bespreekt de volgende werken van Blankaart.
| |
| |
1. | De Cartesiaansche Academie. |
2. | De nieuw hervormde Anatomie (1686). |
3. | Collectanea medico-physica (1680). |
Dit werk is belangrijk omdat het een overzicht geeft van de wetenschap in Blankaart's tijd.
In andere werken spreekt Blankaart over het balsemen van lijken, over scheikundige ontleding, over microben in bedorven urine, enz. Hij spreekt nu en dan over Leeuwenhoek. Blankaart ijverde voor gezond onderzoek en trekt te velde tegen de zoekers, die geen vinders zijn, en die den ‘steen der philosophen zoeken’.
De voorziter wenscht Dr. Vandevelde geluk voor zijne mededeeling, en stelt voor ze te laten opnemen in de Verslagen en Mededeelingen.
2o) Bibliographische Aanteekeningen. - Studie over de Horae Belgicae van Hoffmann von Fallersleben, door den heer C. Debaive aan de Academie ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden.
Eene commissie, bestaande uit de hh. Sabbe en Wattez, zal het stuk onderzoeken.
3o) Willem Zeebots. - Door Dr. L. Simons.
Dr. L. Stmons leest het begin van eene studie over het werk van Willem Zeebots, kloosterling van de abdij van Perk van 1649-1656, en later pastoor te Wakkerzeel. Hij wilde het verstandelijk peil van het volk verheffen door het Vlaamsch in de plaats van het Latijn te stellen.
Hij schreef een reeks werken, opgedragen aan twee abten der abdij. Hij schreef ook tooneelwerken. Hij hield meer van de mysteriespelen der Middeleeuwen dan van het werk der Rederijkers
Dr. Simons zal zijne lezing voortzetten in de volgende zitting.
| |
Dagorde.
1o) Prijsvragen voor 1926 en volgende jaren. - Namens de Commissie voor Prijsvragen brengt de Bestendige Secretaris verslag uit over de gehouden vergadering en deelt aan de Academie de Lijst mede van de prijsvragen welke de Academie voorstelt. - De voorstellen worden door de Academie goedgekeurd. (Zie de Lijst op blz. 594.)
| |
| |
2o) Lezing door den heer J. Salsmans S.J.: Of Vondel onbekend blijven mag aan ons Volk?
Op de lezing van E.P. Salsmans volgde een bespreking, naar aanleiding waarvan door de Academie de wensch werd uitgesproken, dat het door het achtbaar lid voorgesteld plan tot bewerking van een Vondeliaansche Bloemlezing, zou mogen verwezenlijkt worden.
Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de vergadering dat de lezing van den heer Salsmans in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
|
|