Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903

[Brief van de Zuidnederlandse Maatschappij van Taalkunde]

De Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde zendt aan de Academie het volgende schrijven:

Antwerpen, den 15 Mei 1903.

Den Heeren Bestuurder en Leden van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde.

Mijne Heeren,

Reeds meer dan eens werd op de vergaderingen der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde het vraagpunt besproken van de zuivere uitspraak onzer taal in de scholen. Nog onlangs heeft eene beraadslaging desaangaande plaats gehad, en met algemeene stemmen is alsdan het volgende voorstel aangenomen geworden:

‘De Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde verzoekt de Koninklijke Vlaamsche Acamie eene commissie samen te stellen, bestaande uit eenige harer leden, met toevoeging van enkele personen buiten de Academie. Deze commissie zal onderworpen worden aan de goedkeuring van den heer Minister van Openbaar Onderwijs, die haar zal gelasten het vraagstuk der zuivere uitspraak der Nederlandsche taal in de scholen van België te onderzoeken, vaste regels voor te stellen en een beredeneerd verslag uit te brengen, dat door

[p. 138]

den Minister zal worden openbaar gemaakt, en welks voorschriften bij ministerieel besluit verplichtend zullen worden voor al de scholen van het land’.

Onze maatschappij is van oordeel, MM., dat dit het eenige middel is om tot eenheid van uitspraak onzer taal in de onderwijsgestichten te geraken, en zij verzoekt U derhalve hare pogingen te willen ondersteunen en gevolg te geven aan haar voorstel.

Aanvaardt, Mijne Heeren, de verzekering onzer hoogachting.

Namens de Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde,

De Secretaris,

Jan Bouchery.

Het voorstel der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde zal aan de dagorde worden gebracht der eerstvolgende vergadering.

De heer Claes vraagt het woord en drukt zich volgender wijze uit:

Over het schrijven der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde werd dezen morgen in de zitting der Commissie van Onderwijs ook gesproken. De zuivere uitspraak in de school houdt deze Commissie van het begin dezes jaars bezig, en vandaag heeft zij den wensch uitgebracht, dat in die beweging ten voordeele eener zuivere uitspraak de Academie ook positie nemen zou.

[p. 139]

De Commissie zou verlangen, dat het voornaamste, wat daarover in haar midden gezegd wordt, in druk zou verschijnen, gelijk dat gebeurd is met Onze moedertaal in het middelbaar onderwijs en Het aanleeren eener tweede taal in de lagere school.

Bedrieg ik mij niet, zoo moeten er bezwaren ingebracht zijn geworden tegen de onkosten, door die uitgaven veroorzaakt. Zou er geene mogelijkheid zijn om die bezwaren weg te ruimen?

De heer Bestuurder zegt dat het bureel het voorstel der Commissie van Onderwijs zal onderzoeken.