Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1902
(1902)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
als een kundige geneesheer, die onberekenbaar veel goed gedaan heeft en dit in eene plaats Waar de ergste der rampen, die de aarle kan telen,
Op 't hoofd van rampzalige onschuldigen ligt,Ga naar voetnoot(1)
maar ook als letterkundige, die fraaie gedichten schreef, die op het gebied der romanliteratuur eenen welverdienden naam verwierf door zijn boek Betty, Schetsen uit het leven der zinneloozen te Gheel (1882), en die nu in deze zijne Voordrachten vooral aan de kostgevers (inwoners van Gheel die de krankzinnigen in hunne huizen opnemen) in klare taal en met aandoenlijke bezorgdheid de vruchten mededeelt van zijne grondige studiën en jarenlange ondervinding. J. Bols.
Namens Pater J. Salsmans heb ik de eer aan de Academie aan te bieden de vierde uitgaaf van Vondels meesterstuk, Lucifer; treurspel in vijf bedrijven. Taal- en letterkundig verklaard door C.-M. Verstraeten. S.J. (Gent, Siffer. 1902, 188 blz.). In 1884 verscheen de eerste uitgaaf van dit zoo verdienstelijk werk. De uitgaaf van Pater Verstraeten's Lucifer genoot zooveel bijval en werd zoo gunstig onthaald, dat de eerste na korten tijd uitverkocht was; eene tweede en eene derde | |
[pagina 203]
| |
waren weldra noodig gevonden. Eene vierde werd gevraagd juist als de geleerde Jezuïet naar Ceylon afreisde om in die verre streek op Godes akker werkzaam te worden. Vóór zijn vertrek gelastte hij met het bezorgen dezer nieuwe uitgaaf zijnen medebroeder P. Salsmans, die in de laatste aflevering der Dietsche Warande, onder den titel van Luciferiana, zulke belangrijke wenken neerschreef over het uiterlijke der opvoering van Lucifer. De schrijver heeft zich opperbest van zijne taak gekweten en in deze vierde uitgaaf menige verbetering toegebracht aan een werk, dat door al de critikers reeds zoo merkwaardig geacht werd. Daargelaten een aantal wijzigingen aan de menigvuldige letterkundige notas, geleerde en schandere ophelderingen en toelichtingen over de gedachten, door Vondel voorgedragen, kenmerkt zich deze uitgaaf door het bijvoegen eener zeer nuttige woordenlijst der verouderde woorden en woordvormen. In plaats de taalnotas in het boek zelf te verspreiden, waar ze vroeger als verloren stonden, heeft de nieuwe uitgever alles, wat taal en versbouw van Lucifer betreft, in een aanhangsel samengebracht en zoo doende eene kleine spraakleer van Lucifer tot stand gebracht. Al meer en meer moet men Verstraeten's-Salsmans Lucifer als een der beste uitgaven van Vondel's meesterstuk aanzien; en tevens moeten wij de geleerde uitgevers over hunne letterkundige schranderheid geluk wenschen; spreken wij ook de hoop uit dat hunne pogingen veel zouden bijdragen om | |
[pagina 204]
| |
die grondige kennis van dit prachtig treurspel hier ten lande al meer en meer te verspreiden. A. de Ceuleneer. | |
Dagorde.De rekening over de uitgaven gedurende het afgeloopen jaar, aan de vergadering voorgelegd, wordt goedgekeurd. De heer Bestuurder verleent het woord aan den heer W. de Vreese, die eene lezing doet over de door hem aangeboden Bibliotheca Neerlandica Maniscripta. Deze lezing, die een voorsmaak geeft van de belangrijkheid des veelomvattenden arbeids, door den heer de Vreese ondernomen, wordt met de meeste belangstelling aanhoord en zal in de Verslagen worden gedrukt.
Namens de Commissie voor Nieuwere Taal en Letteren wordt medegedeeld dat haar bestuur volgenderwijze is vernieuwd: Voorzitter, de heer Prayon-van Zuylen; ondervoorzitter de heer de Vos, secretaris de heer Coopman. De dagorde uitgeput en geene verdere mededeelingen te doen zijnde, verklaart de heer Bestuurder de zitting gesloten. |