Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1895
(1895)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 420]
| |
Zitting van 18 September 1895.Tegenwoordig, de heeren Hansen, bestuurder, Gailliard, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, Génard, Gezelle, Hiel, Snieders, P. Willems, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermon, Bols, de Flou en Claes, werkende leden. Afwezig met kennisgeving, de heeren de Pauw, Alberdingk Thijm, Daems en van Droogenbroeck, werkende leden, en Janssens, briefwisselend lid. De bestendige Secretaris leest het verslag over de voorgaande zitting, hetwelk wordt goedgekeurd. | |
Aangeboden boeken.Door den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs: Wallonia, 1895, nr 8. Biographie nationale, 2e aflevering, 13e deel. Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts, no 7. 1895. Bibliographie de Belgique, 1895, no 15. Une loterie de tableaux et d'objets d'art à Malines, en 1559, par H. Cordemans. Mechelen, 1895. Door den heer J. van Droogenbroeck: Koninklijk besluit van Willem 1, houdende | |
[pagina 421]
| |
erkenning van de Oprichting eener Maatschappij voor de vaderlandsche Taal- en Letterkunde te Brugge. 1819. Redevoering over de Nederlandsche Taal, uitgesproken bij de plechtige uitdeeling der prijzen van het Kon. Atheneum te Brussel, 1825, door Felix de Dobbeleer, student in Rhetorica. Discours de M. de Foere prononcé dans la séance du 31 Janvier 1844 de la Chambre des Représentants (over de spelling der taal).
Door den heer A.-V. Bultynck: Godfried van Bouillon, groot opera in drie bedrijven en een naspel.
Door den heer J. Bouchery: Broederliefde. Zangdicht.
Door den heer D. de Somviele, archivaris van Tielt: Farragit, of de jonge slaaf, door Jh. S. Tielt, 1885. Levensschetsen en Kunstartikelen, door Lod. van Peteghem. Brussel, 1862. Bericht van Hoofdbestuurders der maatschappij ‘Tot nut van 't algemeen.’ (Verordeningen.) De waarheid over de landverhuizers der arbeiders en de uitwijking der Belgische kapitalen naar Argentina. Gent, 1889. Blijde gedachtenis van den gulden jubeldag des eerw. heeren Leo Slock..... Tielt, 1884. | |
[pagina 422]
| |
Leidsman voor den Belgischen uitwijkeling naar de Vereenigde-Staten van Noord-Amerika. Brussel, 1840. De Maatschappijen van onderlingen bijstand. De Volksbanken. Eene voordracht door V(an) d(en) B(erghe). Hulde aan den zeer eerw. pater Joannes, Recollet, in de wereld Constantinus Boutens, door P. Plets, priester. Tielt, 1877. Proeve van verklaring van aardrijkskundige namen, door Am. Delplace. Kort begrijp der spelkunst en woor denkennis van de Vlaemsche tael voor beginnende leerlingen, door J. van de Walle. Tweede uitgaaf. Tielt, 1860. Wegwijzer en raadgever voor Landverhuizers. Antwerpen. Levensschets van den E.H. Clarysse, door den E.H.A. de Leyn, pr. Brugge, 1875. Levensschets van den eerw. vader Schacht, pastor-missionnaris in Noord-Amerika, 1841-1874, door D. de Somviele. Tielt, 1878, 8o.
Door den heer Jef van de Venne: Jozef Lefebvre en zijn werk. Antwerpen, 1895.
Door de heeren Uitgevers van Biekorf, nr 15, 1895, van dit tijdschrift.
Door de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam: Jaarboek voor 1894. | |
[pagina 423]
| |
Verslagen en Mededeelingen. Afdeeling Letterkunde. 1894-1895. De Germaansche Volken bij Julius Honorius en anderen, door Mr. S. Muller. Antwerpen, 1895. | |
Briefwisseling.Aan de vergadering wordt een afschrift medegedeeld van het koninklijk besluit, waarbij de kiezing des heeren Claes, tot werkend lid, ter vervanging van wijlen den heer Mathot, wordt goedgekeurd. Bij brief van den heer Dr. B Stallaert wordt, namens Noord- en Zuidnederlandsche geleerden en boekenliefhebbers, aangedrongen op de spoedige voortzetting van het door wijlen Karel Stallaert aangevangen Glossarium van verouderde rechtstermen - Verzonden naar het Bestuur.
De heer Claes vraagt en bekomt het woord: ‘Hij kwijt (zegt hij) eene aangename plicht met de leden der Academie, die hem als werkend lid in hun midden hebben geroepen, van harte te danken. Hij heeft de gewichtigheid der onderscheiding, welke hem te beurt is gevallen, vooral goed begrepen door de menigte gelukwenschen, die hem zijn toegekomen. Hij beschouwt het als eene eer, naast mannen te zetelen van uitstekende ver- | |
[pagina 424]
| |
diensten. Hij is tegen hen niet opgewassen. Wel heeft hij veertig jaren gestreden voor de rechten van onze moedertaal en onzen volksstam; wel heeft hij zijne overtuiging mogen overplanten in den boezem eener schare leerlingen, die voortgaat het Vlaamsche vaandel hoog te houden; doch deze laatste gelegenheid tot verdienste heeft hij zelfs nu niet meer: hij is zelfs verstoken van den bezielenden omgang met zijne stam- en taalgenooten. In zulke omstandigheden komt hij aan de werkzaamheden der Academie deelnemen - of liever, die werkzaamheden volgen, met het rechtzinnig verlangen om nuttig te zijn, waar hij kan. Hij hoopt dat de welwillendhei zijner hooggeachte medeleden hem niet zal ontbreken.’ (Toejuichingen.) | |
Dagorde.De heer Hiel vraagt om zijne aangekondigde lezing te mogen verdagen tot de volgende zitting, daar het hem, wegens onvoorziene omstandigheden, niet mogelijk is geweest zijn dichtstuk te voltooien. - Aangenomen. Na bespreking van verschillende punten van huishoudelijk belang, verklaart de heer Bestuurder de zitting geheven. |
|