toelieten. Zoo bestond het dan twee eeuwen voort, gedurende welke de geschiedschrijver slechts geschillen, gedingen, plechtigheden enz. aan te teekenen heeft; maar op het einde der XVIIIe eeuw, nadat de Minderbroeders 'door Jozef II geplaagd en gekneveld waren geworden, werd in 1797 hun klooster door de Franschen aangeslagen en geplunderd. De paters werden uiteengejaagd en nooit hebben zij hun klooster kunnen herinrichten.
Dat er gedurende al dien tijd in dat klooster van eene orde, welke voor leus aangenomen had: In sanctitate et doctrina, eenige beroemde mannen moeten geleefd hebben, zal geene verwondering baren. Het was daar inderdaad dat de Aartshertogen Aalbrecht en Izabella Pater Jan Neyen kwamen zoeken, om hem als vredesonderhandelaar naar Maurits van Nassau en Olden-Barneveld te sturen. Gelukte Pater Neyen niet in het sluiten van den eindelijken vrede, hij toch was het die in 1607 het twaalfjarig bestand verkreeg, hetwelk eene weldaad voor ons vaderland geweest is.
Bijna omtrent denzelfden tijd leefde daar ook P. Jozef Bergain of Bergaigne, een Antwerpenaar van geboorte, die, na in zijne orde de voornaamste waardigheden bekleed te hebben, zevende bisschop van 's Hertogenbosch en later aartsbisschop van Kamerijk en Prins des heiligen Rijks wierd. Ferdinand III, keizer van Duitschland, hield hem in groote achting en Philip IV, koning van Spanje, benoemde hem zijnen gevolmachtigde bij de vre-