Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1886-1887
(1886-1887)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
Zitting van 11 Augustus 1887.Zijn aanwezig, de heeren P. Willems, bestuurder, Jhr. Nap. de Pauw, onderbestuurder, Frans de Potter, bestendige secretaris; P. Alberdingk Thijm, H. Claeys, Th. Coopman, J. de Laet, D. Delcroix, Am. de Vos, Edw. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, C.-J. Hansen, Em. Hiel, L. Mathot, J. Micheels, J. Nolet de Brauwere van Steeland, J. Obrie, L. Roersch, Aug. Snieders, K. Stallaert, F. van der Haeghen, J. van Droogenbroeck. De heeren S. Daems en Eug. Stroobant laten bij brief weten dat zij door ongesteldheid belet zijn de zitting bij te wonen. De bestendige secretaris legt de lijst over der | |
Aangebodene boeken.Door het stadsbestuur van Dendermonde:
Jubelkrans voor de Academie mijner Vaderstad, en andere stukken, door Prud. van Duyse, Fr. Périer en Klemens Wytsman.
De Eerw. pater P.-J. de Smet, Belgische missionaris der societeit Jesu in de Vereenigde-Staten, door den eerw. P.J. Deynoodt.
Catalogue général de la Bibliothèque publique de la ville de Termonde. Première partie. | |
[pagina 158]
| |
Cartulaire de l'abbaye de Zwyvike-lez-Termonde, publié et annoté par Alph. de Vlaminck (2 afleveringen).
Gedenkschriften van den Oudheidskundigen Kring der stad en des voormaligen Lands van Dendermonde. 1863, 1864, 1865, 1866 (onvolledig), 1868, 1869 (onvolledig).
De straten van Dendermonde, IIIe en IVe deel
De Academie heeft van den heer Minister van Landbouw, Nijverheid en openbare Werken eenen brief ontvangen, gedagteekend 2 Augustus, in antwoord op haar schrijven, waarbij zij hem verzocht om in 't vervolg te willen rekening houden van haar, bij 't benoemen der jury's voor de staatsprijskampen, in welke Vlaamsche stukken zijn ingezonden. De heer ridder de Moreau, herinnerende dat de heer P. Willems, benoemd om deel te maken van de jury voor den jongsten cantatenwedstrijd, in het daartoe betrekkelijke koninklijk besluit als lid onzer instelling was aangeduid, belooft ‘dat het Hoogere Bestuur steeds nauwkeurig rekening zal houden der noodzakelijke tusschenkomst van dit geleerd gezelschap in al de zaken van dergelijken aard, welke de Vlaamsche taal- en letterkunde aanbelangen’. Een ander schrijven van denzelfden heer Minister, gedagteekend 10 Augustus, laat weten dat hij, ten gevolge der aanvraag gedaan om met hem te onderhandelen over een lokaal voor de Academie, | |
[pagina 159]
| |
de leden des Bestuurs op 12 Augustus te Brussel zal ontvangen. Er is een antwoord ingezonden op de prijsvraag der Academie aangaande den oorsprong der Belgische vrijheden. Op voorstel des heeren Willems beslist de Academie, dat er in zitting van de maand October zal overgegaan worden tot de voorstelling van tien kandidaten als briefwisselende leden, en van vijfentwintig kandidaten als uitheemsche eereleden. De kiezing zal plaats hebben in zitting der maand November. Er wordt beslist dat de eerstvolgende vergadering zal plaats hebben den woensdag 7, in plaats van den donderdag 8 September, en dat de Academie zich bij het ontworpen huldebetoon te Brugge aan Conscience, op 21 Augustus, zal laten vertegenwoordigen door de heeren Delcroix en Gailliard. Daarna geeft Jhr. Nap. de Pauw lezing van een opstel, getiteld: |
|