In duysend reên, waar in Spinosas geest herleeft?
Die syn' Rechtzinnigheid van harten zou bewyzen,
Moest zulken Ongodist zelf doemen, en niet pryzen.
Maar waar is hier een woord, 't geen zynen grond verfoeit,
Daar honderd blaaden zyn, waar door syn aanhang groeit?
Men kon, daar 't voegde, een schets van overeenkomst geeven,
Waar voor al wat een grein van Godsvrucht draagt zal beeven.
O droevig Neerland, daar een Leeraar van de Kerk
Een Hemel Schetst, die pronkt met zó een Heilloos merk!
Ex Zelo pro Domo Dei cecinit.
Zie Leenh. opgeh. heem.
p. 17. 54. 55. 57. 60. 61. 62. enz.
B.T.C.
Men mogt Heer Leenhof by Elias vergelyken,
Als by sig onderwond Spinosa door-te-stryken
Nu laat een Prediker dat Monster IN SYN WAARDE.
Past dat niet keurig by den HEMEL op der AARDE?
Leenhof Hemel op Aarde p. 54. Leenh. opgeh. Hem. p. 61.