Veelderhande schriftuirlijcke liedekens gemaekt uyt het Oude ende Nieuwe Testament
(1700)–Anoniem Veelderhande schriftuirlijcke liedekens gemaekt uyt het Oude ende Nieuwe Testament– AuteursrechtvrijOp de wijse: Gy kleyne Christen hoopken och!
GY die den Heere Christo dient,
Dient hem uyt al u krachten,
En wort doch niet des werelts vriendt,
Al soud' sy u verachten:
Tot kruys en lijden u gewent
Al soudt gy sterven van allendt,
En van verdriet versmachten.
2. Den schalcken Vyant stelt u voor
Rijckdom wellustigh leven,
Soo gy hem wilt geven gehoor
Dan raeckt gy licht in sneven:
Maer geeft hem nimmermeer Consent,
Al soudt gy sterven van ellendt,
Godt sal 't u weder geven.
3. 't Is al bedrogh en ydelheyt
Wat dat hy gaet beschicken,
De gantsche werelt hy verleyt
Met al sijn loose stricken:
Maer is 't dat hy u komt ontrent
Al soudt gy sterven van ellendt,
En laet u niet verschricken.
4. Hy doet wel veel beloften hoogh
Om u hier te bekoren,
't Is anders niet dan schoon voor't oogh,
't Inwndigh gaet verloren,
Och waer u fijn bedrogh bekent
Al soudt gy sterven van ellendt,
Gy soudt na hem niet hooren.
5. Door strenge Tiranny wel eer,
Hy veel die schat ontsteelden
| |
[pagina 116]
| |
Maer nu verderft hy zielen meer
Door 't wellustigh inbeelden:
Dus op dat hy hun niet en schent
Al soudt gy sterven van ellendt,
Wacht u van aertsche weelden.
6. Eylaes! wat is de aertsche lust
Hoe haest is sy vervlogen?
En als de Ziele is ontrust,
Soo vindt sy haer bedrogen,
Denckt altijdt op dat leste endt,
Al soudt gy sterven van ellendt
Gy soudt niet dolen mogen.
7. En soeckt geen troost in gelt en goet,
Verkiest tot uwer baten,
Veel liever Christiarrenmoet,
Op Godt wilt u verlaten,
Sijn liefde in u herte prent
Al soudt gy sterven van ellendt,
Wilt de Gierigheyt haten.
8. Betrout op Godts beloften vast,
Hy sal u u niet beswijcken,
In al u noodt en overlast,
Sijn trouwe sal wel blijcken,
Doch al scheen sy te sijn absent
Al soudt gy sterven van ellent,
En wilt van hem niet wijcken.
9. Wat noot is't datmen hier wat lijdt
Een tijdelijck benouwen?
Wat is't meer dan een uyrtjen tijt
By d'eeuwigheyt te houwen,
Laet komen lijden en torment
Al soudt gy sterven van ellendt,
Het sal u niet berouwen.
10. Denckt op de schoone Heerlijkheyt
Die niet en is te boeten,
Die Godt de sijne heeft bereyt
Die hier nu lijden moeten:
Denckt om de vreught in 's Hemels tent
| |
[pagina 117]
| |
Al soudt gy sterven van ellent
Den loon sal't al versoeten.
|
|