Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse, Een Ridder en een Meysken ionck.
Ga naar margenoot+ NU willen wy singhen een vrolick liet
Ga naar margenoot+ God bidden om zijn ghenade
Ga naar margenoot+ En volghen dat hy ons ghebiet
Ga naar margenoot+ So komet ons te stade.
Ga naar margenoot+ Hebt lief, hebt lief, v Heere v God
Ga naar margenoot+ Hebt hem lief wt al v krachten
Ga naar margenoot+ U naesten oock tis zijn ghebot
Ga naar margenoot+ Wilt als v seluen achten.
Ga naar margenoot+ Alsulcken hert, alsulcken gheest
Ga naar margenoot+ Die wil ons God verleenen
Ga naar margenoot+ Dat wy in liefden aldermeest
Ga naar margenoot+ Met malcanderen hier vereenen
| |
[pagina 313]
| |
Als elck nv in zijn hert wil gaen Ga naar margenoot+
Daer vindt hijt claer beschreuen Ga naar margenoot+
So hy begheert hem sy ghedaen Ga naar margenoot+
Dat hy oock so moet leuen. Ga naar margenoot+
Hielden wy dees leer in onsen sin Ga naar margenoot+
Het sou ons allen baten Ga naar margenoot+
Aen siel, aen goet, twaer ons ghewin Ga naar margenoot+
Dat wy niemant en haten. Ga naar margenoot+
Willen wy dan nv in vreden zijn
So laet ons liefde hanteeren Ga naar margenoot+
Liefde is een rechte medecijn Ga naar margenoot+
Uan allen twist te keeren. Ga naar margenoot+
Gheen dinck is God so aenghenaem Ga naar margenoot+
Dan dat wy liefde draghen Ga naar margenoot+
Gheen dinck en maect ons so bequaem
Daer wy hem me behaghen.
Laet ons dan bidden al ghelijck
Dat God ons liefde wil schencken
En ons wil gonnen zijn eewich rijck
So en mach ons niemant krencken. Ga naar margenoot+
|
|