Van Nu en Straks. Jaargang 2(1894)– [tijdschrift] Van Nu en Straks– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Rust. Heerlijke, donzige nacht zinkt op mij neêr; zoelig zacht smelt in zijn adem 't laatst verlangen, wegstervend in een laatste stille klacht. De suizlende avondwind speelt in de zilvren snaren der kinderkalme ziel; en op zijn breede baren voert hij, de wijde stilte door, onmeetbre zangen. Uw spiegelende ziel, van weemoed plots omvangen, ziet lange trillingen statig door d' oether varen. Gevoelens doomen mat, uit tijden die eens waren. Vertoef nog, vreemde weelde van dien kalmen nacht; naar dees vergetende uur heb ik reeds lang getracht; laat om mijn moede ziel uw eeuwge schaduw hangen. Maart 93. Alfred Hegenscheidt. Vorige Volgende