gewenschten invloed uit te oefenen op aller harten. En hunne toespraken, ofschoon in haast en onder drukkende omstandigheden bewerkt, hebben zij niet geaarzeld in het licht te geven; deels opdat het gesprokene ook elders ingang mogt vinden, deels opdat zij door de uitgave in staat mogten geraken om aan de noodlijdenden eenigermate te hulp te komen. Wij hebben ons verblijd over den echt Christelijken toon, hier aangeslagen, en achten de Gemeenten gelukkig, waar zóó gepredikt wordt. Niet dat deze leerredenen door zeldzame gaven van welsprekendheid, door vernuftige inkleeding of wendingen, of in eenig ander opzigt uitmunten; dat zij verre! Maar zij hebben eene krachtige aanbeveling in hare gepastheid voor die ure, en in haren ernst, geëvenredigd aan de behoeften der hoorders, en geheiligd door het Christendom. Wat wil men meer? Van alle vergelijking onthouden wij ons. Eigenlijk gezegde aanprijzing tot lezing en verspreiding komt niet meer te pas. Wij geven alleen eere, aan wie eere toekomt. En daartoe is het nooit te laat.