Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

De Zeven Wonderen der Wereld. Te Amsterdam, bij W.H. Kirberger. 1855. In 12mo. 366 bl. f 1-60.

‘Het hoofddoel des Schrijvers van dit werkjen is, om in verhalenden vorm van de zeven zoogenoemde wonderen der Oudheid den lezer die bijzonderheden aan te bieden, welke hij uit geloofwaardige Schrijvers van het tijdperk waarin ze bestonden, of van een eenigzins lateren tijd, heeft kunnen bijeen-

[p. 200]

verzamelen; - die getuigenissen vervolgens te toetsen aan, en te bevestigen door de berigten van hedendaagsche reizigers, om er eindelijk eenige inlichtingen bij te voegen aangaande de openbare plegtigheden, die er mede in betrekking stonden.’ Bovendien vindt men hier nog opmerkingen over tempels, architectuur en mythologie; mededeelingen omtrent andere bouwgewrochten van ouden en lateren tijd, b.v.: bij de piramiden van Egypte, over de terrasvormige piramiden in Mexico; bij den Pharos van Rhodus, over andere vuurtorens. In 't kort: het is een boekje dat vele wetenswaardige bijzonderheden bevat, en zeer onderhoudend geschreven is. Ofschoon het niet is uitgedrukt, komt het ons voor, dat het werkjen uit het Engelsch vertaald, althans nagevolgd is. Doch of dit al dan niet het geval zij - het verdient alle aanbeveling; vooral voor jongelieden.