en met een meer Spaansch dan wel Hollandsch karakter. Hij treedt op als een boosaardige wreker, die niet rust eer hij den belager van zijn huiselijk geluk in 't verderf heeft gestort. De geheimzinnige stelling waarin de Schrijver paul van der werf, die nu mark linden geworden is, geplaatst heeft, brengt toestanden te weeg, die alleen in de doolhoven der verbeelding te huis behooren - maar de lezing boeit.
De goudpletter heeft een beschermeling, wiens gunstig en edel karakter elk inneemt, en die later blijkt zijn zoon te zijn. Tien tegen een als men dat onder het lezen niet reeds vermoedt, maar toch begrijpt men niet hoe 't mogelijk zij; want wat kon de brave moeder bewegen zich van haar kind te ontdoen? Wij zouden wel lust hebben nog meer aanmerkingen over andere plaatsen te maken, waar de onwaarschijnlijkheid in 't oog springt: bij voorbeeld, bij 't nachtelijk bezoek van juan, als Spaansch officier, in de woning van des burgemeesters dochter, en waar de burgemeester onvergezeld zich buiten de stad begeeft, om een onbekende te woord te staan; maar wij zouden daarbij meer van den loop der zaak moeten openbaren dan bij 't aankondigen van een roman nuttig is.
Dat paul van der werf zijne gade terugvindt, en beide hunnen zoon herkennen, behoort tot de ontknooping.
De avonturen zijn fantastische verdichtingen, met het beleg en ontzet van Leiden als omlijst. Episodisch ontvangt men nog andere historische tafereelen, zoo als van den afstand van Keizer karel V als Heer der Nederlanden te Brussel, en van het soldaten-oproer te Antwerpen in tegenwoordigheid van den Landvoogd requesens.
Wij hebben, in weerwil van de aanmerkingen, geen lof genoeg voor de uitvoering van het boek. De vertaling is wèlgelukt. Saprischen en Faleriaansche wijn zal wel eene drukfout zijn voor Cyprischen en Falernischen. Dat een Engelschman schrijft: ‘Zutphen’ en ‘van Meijer’ is begrijpelijk, maar minder begrijpen wij waarom de Vertaler die eigennamen niet veranderde in ‘van Zutphen’ en ‘Meijer’ Doch dit zijn kleinigheden, welke de gewone lezer niet eens opmerkt, en die den opmerkzamen weinig hinderen. Wij hebben het boek met genoegen gelezen, en gelooven dat dit bij ieder die het in handen krijgt, het geval zal zijn.