Dedemsvaart, Meppel, Hoogeveen en de Smilde. Te Amsterdam, bij P.N. van Kampen. 1849. In gr. 8vo. 34 bl. f :-50.
Dit boekske behelst een antwoord op eenige technische ‘Opmerkingen,’ door den Ingenieur-Directeur der Naamlooze Maatschappij tot verbetering van den handelsweg over 't Zwolsche Diep, b.p.g. van diggelen, gemaakt, tegen een deel van den inhoud van het bekende werkje van den Heer Mr. l. oldenhuis gratama, ‘de Tolquestie van het Zwolsche Diep toegelicht. Regtskundig onderzoek,’ enz. Het boekje is met onderscheidene namen onderteekend, en strekt ten betooge, dat voor schepen van minder dan circa vijf voet diepgang werkelijk geene behoefte bestond aan verbetering van het Diep, - waaruit dan moet worden afgeleid, dat het zeer onbillijk is, hen in den tol te laten betalen. Die beweerde onbillijkheid is zeker wel de eerste aanleiding geweest tot de volksbeweging te Zwartsluis; maar men zie daarover de zeer verstandige aanmerkingen van den Heer kerkhoven te Dedemsvaart, in de Zondags-editie van 't Handelsblad van den 29 April 1850.