| |
Handboek der Oorheelkunde van Dr. M. Frank, vertaald, omgewerkt en met eenige aanteekeningen voorzien uit de openlijke Otiatrische Lessen van den Hoogleeraar A.A. Sebastian, door A.H. Swaagman, Med. Chir. et Art. obst. Doct.
(Vervolg en slot van bl. 432.)
Aetiologie (136-162). Dat het een zeer duister veld blijft iets bepaalds omtrent de oorzaken der doofheid te zeggen, blijft buiten twijfel. - Naauwkeurige opmerking evenwel zal er toe moeten leiden, om vooral in dit gedeelte van de oorheelkunde belangrijke vorderingen te maken. - Dat ontstekingen zoowel van het uitwendige oor als van de verschillende deelen van de mond- en keelholte een der belangrijkste invloeden op het voortbrengen dezer ziekten zijn, heb ik vroeger reeds getracht aan te toonen in de door mij medegedeelde practische opmerkingen enz. Op dit punt zullen wij niet lang stilstaan, hetgeen trouwens door den
| |
| |
Schrijver breedvoerig wordt behandeld, en gecompleteerd wordt door verschillende bijgevoegde tabellarische overzigten van andere oorheelkundigen.
Beloop en uitgangen (162-167). Eene belangrijke daadzaak is het, dat de oorziekten in de meeste gevallen een zeer chronisch karakter aannemen, waardoor men zelden in de gelegenheid is acute ziektevormen waar te nemen. - Vandaar ook het weinige succes dat bij de behandeling van oorziekten verkregen wordt. - De lijkopeningen van aan doofheid geleden hebbende personen zijn nog zoo zelden geschied, dat uit de gemaakte opmerkingen nog geene gevolgen mogen getrokken worden.
Voorkomen, verspreiding, complicatie en combinatie (168-174). Omtrent het voorkomen van oorziekten in het algemeen schijnen de opmerkingen daarin overeen te stemmen, dat laag liggende landen, groot bevolkte steden, ophooping van menschen in een vertrek, belangrijke en spoedige temperatuur- en weersveranderingen hunnen bijzonderen invloed hebben op het voorkomen en verspreiden dezer ziekten. - Belangrijke opmerkingen vindt men daaromtrent in een goed bewerkt stuk van menières in de Gazette Médicale, No. 12 en 13, 1846. - Bepaald uitwendige ziekten van het oor schijnen meer op een enkel oor voor te komen; terwijl die doofheden, die het gevolg van verschillende huidziekten en ontstekingen van mond- en keelholte zijn, en dikwijls door den een' of anderen cachectischen toestand onderhouden worden, zich bij voorkeur op beide ooren schijnen te plaatsen. - Deze meening, welke de onze is, schijnt ook èn Schrijver èn Vertaler toegedaan te zijn. - De overtuigende blijken voorts van sympathie tusschen oor en hersenen zijn in vele gevallen niet te miskennen, waaruit het dan ook wel blijkbaar zal worden, waarom oorziekten dikwijls met vele andere complicatiën vergezeld gaan.
Prognostiek 174-184). Gelijk het in alle andere ziekten een der belangrijkste punten uitmaakt het stellen van eene prognosis, en men in deze ten uiterste voorzigtig moet zijn, des te meer is dit wanneer men uitspraak moet doen bij het onderzoek eener oorziekte. - Men mag evenmin te
| |
| |
veel als te weinig beloven. - Ref. spreekt hier niet waar het eene eenvoudige uitwendige aandoening is; maar daar waar het gebrek reeds gedurende jaren bestaan heeft, en waar het onderzoek geene dadelijke resultaten geeft, daar neme men de uiterste voorzigtigheid in acht. Want even nadeelig is het een lijder af te schrikken als aan te moedigen waar dit niet behoort. - De arts verbeurt hier zijn vertrouwen, de patient tijd en geldelijke opoffering. - Men vrage zoo vele inlichtingen mogelijk, en daar waar èn lengte van tijd, èn reeds gevolgde behandelingen, èn verkeerd aangewende middelen voor desorganisatiën doen vreezen, en het onderzoek dit bevestigt, dan is het beter den lijder geheel weg te zenden, dan nog hoop te geven. En te regt merkt onze Schrijver aan, in deze zich te rigten naar de individualiteit van den lijder zelve. - Uit dit alles blijkt het genoegzaam, hoe onzeker de regelen zijn tot het vestigen van een prognosis; en om deze reden kan men zich zeer zelden aan bepaalde voorschriften houden.
Therapie (184-253). In navolging van anderen, wordt hier een kritisch overzigt van de verschillende tot heden toe beproefde geneeswijzen gegeven. - Geen gebrek, waaraan de mensch onderhevig is, had waarschijnlijk die massa empirische middelen te verduren, als wel de doofheid, en alhoewel de kennis der oorziekten, in vergelijking van vroeger, belangrijk kan gezegd worden vooruitgegaan te zijn, worden deze middelen dikwijls toch vaak met overleg van den medicus gebruikt. Van geen middel is daarom ook meer misbruik gemaakt dan van de Electriciteit, en in het algemeen zijn daarvan geene gunstige gevallen bekend geworden. - Of de reeds in 1842 bekende en door Ref. medegedeelde proeve van iobert de lamballe vruchten hebbe gedragen, blijft een raadsel. Of evenwel, gelijk de Schrijver zegt, aan het galvanismus alle geneeskundige kracht in de otiatrie moet ontzegd worden, kan, dunkt mij, voor alsnog zoo zeker niet bevestigd worden. Meer dan beide vorige echter werd nog waarde gehecht aan mineraal en dierlijk magnetismus; en nog minder, dan beide vorige, verdient dit middel vertrouwen, alhoewel de aanwending niet
| |
| |
zoo veel schade kan berokkenen als de beide evengemelde. - De aanwending der moxa en het ferrum candens heeft eenige vereerders gevonden. Alhoewel de beroemde larrey de moxa afgodisch vereerde, en Ref. in de service de l'Hôpital des Invalides door larrey zelven dit middel bijzonder heeft hooren aanprijzen, zoo zijn deze redenen nog niet voldoende om eene algemeene aanwending, ten einde eene zoogenaamde afleiding te bewerken, ten stelligste aan te raden, en dit is evenzoo het geval met de algemeene aanprijzing van de vesicantia, het ung. Autenr., de caustica, haarsnoeren en fontanellen; meestal worden al deze middelen aangewend bij de zoogenaamde nerveuse doofheden, en daar zijn zij allerverderfelijkst, en werken in het vervolg zeer schadelijk. - Alleen die gevallen, waar eene bepaalde congestie, chronische inflammatie of hypertrophie bestaat, daar kunnen en zullen dergelijke middelen, gelijk in alle andere ziekten, een gunstig gevolg hebben; en dan nog moeten zij met voorzorg gebezigd worden. - De douche en druipbaden vinden nu en dan ook aanbeveling; doch hebben eerder schadelijke dan gunstige gevolgen gehad. - Van geene geneeswijze echter wordt meerder misbruik gemaakt, en heeft men zulke schadelijke uitwerkselen te betreuren gehad, dan wel van de inspuitingen en indroppelingen, en vooral hebben de laatste, als empirisch middel, het meeste nadeel berokkend.
Baden, purgeermiddelen, bloedontlastingen zijn evenmin als algemeen geneesmiddel aan te prijzen als een der bovengenoemde methoden. - Voor elke doofheid in het bijzonder zal men ook zijn geneesplan moeten vaststellen; en de dagen van empirismus zijn toch voorbij, om niet eerst al die hulpmiddelen aan te wenden, die de tegenwoordige wetenschap aan de hand geeft; en daarom gaan wij de overige aangeprezene methoden met stilzwijgen voorbij. - Bij de verwijdering van het opgehoopte oorsmeer heeft men verschillende soorten spuitjes aangeraden. - Mijne gewoonte is het immer, een gewoon glazen spuitje te gebruiken; eene grootere spuit is volstrekt onnoodig, en ook des Schrijvers meening schijnt dit te zijn. - De vermindering van de afscheiding der oorkliertjes heeft aanleiding gegeven
| |
| |
tot het aanraden van menig middel, om in den uiterlijken gehoorweg te druipen. - Men bedenke evenwel, dat dit geene ziekte is die op zichzelve staat, maar meestal een symptoom van eene andere ziekte van het gehoororgaan; men neme dus daarbij de uiterste voorzigtigheid in acht, want meermalen is het mij gebleken, dat, ten gevolge van de eene of andere indruiping, het zintuig des gehoors is te niet gegaan, en zoude het mij niet moeijelijk vallen die voorbeelden aan te wijzen. - Algemeen zijn de oorheelkundigen het daaromtrent eens, dat de lucht door deleau aangeprezen, het natuurlijkste en zekerste middel is om het middenöor te onderzoeken, en voor de therapie van verschillende oorziekten heilzame gevolgen kan hebben. - En alhoewel deleau zelf daartoe en ook vele anderen, waaronder ook itard, inspuitingen van water door de tuba tot in de trommelholte hebben aanbevolen, zoo kwam de eerste daarvan terug, en wordt het zeer betwijfeld, of wel immer die inspuitingen de plaats hunner bestemming bereikten, en of niet dadelijk de vloeistof langs de wanden der tuba wegvloeide. - Dikwijls heb ik ook dergelijke inspuitingen willen aanwenden; nimmer echter had ik de zekere bewijzen, dat de vloeistof tot in de trommelholte doorgedrongen was, hetgeen toch bij inspuitingen van lucht wel zeer zelden het geval is; daar de lijders zelven na verloop van eenige dagen waarschuwen, of de lucht wel ter behoorlijke plaats komt. - Als diagnostisch middel niet alleen, maar om de lijder geene nuttelooze vrees aan te jagen, is het niet altijd noodig zamengeperste lucht in te brengen; men beginne met zachtjes door den catheter te blazen, of dit met een elastiek spuitje, of door middel van eene met lucht gevulde blaas te doen. De nadeelen, die men heeft aangegeven na het aanwenden der luchtdouche, zijn door de tegenstanders wel wat overdreven. - Evenwel is het ook mij eenige keeren gebeurd, dat ik een emphysema echter
niet van aanbelang zag verschijnen, dat den volgenden dag niettemin verdreven was. - De Schrijver laat nu eene beschrijving volgen van verschillende werktuigen om zamengeperste lucht in te brengen. Vele dier werktuigen, en
| |
| |
vooral die van deleau, zijn te omslagtig en te kostbaar. Verschillende even omslagtige werktuigen zijn er uitgedacht om warme en aetherische dampen in de tuba Eustachii te brengen, onder deze mag men voornamelijk noemen die van wolff, berg, schmalz, lincke, kramer en hubert-valleroux. Na de ondervinding, die wij, met den Schrijver en den Vertaler gemaakt hebben, is de nuttigheid dier werktuigen ons nog volstrekt niet gebleken, om ze zoo onvoorwaardelijk aan te bevelen, als wolff en berg vooral dit doen. - De Schrijver komt later, bij de behandeling der bijzondere ziektevormen op deze geneeswijze terug. - Voor dat de Schrijver van het eerste gedeelte zijns werks afstapt, deelt hij de verschillende werktuigen mede tot opvanging van het geluid voor die lijders, wier gehoorvermogen zoodanig verminderd is, dat zij tot een dergelijk middel hunne toevlugt moeten nemen. Het groot aantal der gehoorbuizen die reeds uitgevonden zijn, bewijzen genoegzaam, dat nog geen van alle aan de vereischten voldoet. - Ref. twijfelt er niet aan, of men zal, bij nadere kennis van physiologie zoowel als van pathologie van het gehoororgaan, een meer doelmatig werktuig vinden tot opneming en voortplanting van het geluid als die, welke tot nog toe bestaan.
Tweede gedeelte. Over de oorziekten in het bijzonder (254-557).
Eerste afdeeling. Ziekten van het uitwendige oor (254-292). Onder de opgesomde ziekten, waaraan het uitwendige oor onderhevig is, schijnt mij toe, dat de verschillende voorkomende huidziekten eene voorname plaats bekleeden, en die meestal, zoo zij aan het uitwendige oor ontstaan, naar de dieper gelegene deelen zich voortplanten, en jaren lang kunnen voortduren en bestaan, waarmede dikwijls een den lijder onaangenaam stemmend geruisch vergezeld gaat. Het valt niet te ontkennen, dat hier eene algemeene op de oorzaak gerigte behandeling alleen een gunstig gevolg kan hebben; ja, dat alleen plaatselijke middelen allernadeeligst zijn.
Tweede afdeeling. Ziekten van den uitwendigen gehoorgang (293-366). Bij de beschrijving der ziekten van dit
| |
| |
deel treft men in de eerste plaats aan, onder de vermelding van de imperforatie van den gehoorgang, de aanmerking van den Vertaler, op bl. 299, nopens het hulpmiddel tot diagnostiek, de stemvork namelijk. - Nadat weber en bonnafont de uitwerking van dit werktuig op het gehoor, door deszelfs trillend einde op het hoofd te plaatsen, hadden waargenomen, heeft schmalz dit als diagnostisch hulpmiddel op de ziekten van het gehoor toegepast. Sedert twee jaren bedient Ref. zich ook daarvan, en hij moet bekennen verrassende uitkomsten daarmede verkregen te hebben. De vernaauwing van den gehoorgang schijnt mij meermalen voorgekomen te zijn dan de Schrijver. Vooral bij bejaarde personen van het vrouwelijke geslacht nam ik dit gebrek herhaalde malen waar; voor alsnog is het mij niet mogelijk eene bepaalde verklaring hiervan te geven; of het zoude moeten zijn het voortdurend dragen van eene muts, en het drukken daardoor van het uitwendige oor tegen het hoofd, hetgeen waarschijnlijk dit nadeelige gevolg op den gehoorgang heeft. Enkele malen mogt het mij gelukken de verwijdering te bewerkstelligen, door in den gehoorgang gebragte stukjes spongia praeparata, waardoor dan ook de doofheid verbeterde. - Onder de vreemde ligchamen, die zich soms in den uitwendigen gehoorgang voordoen, moet men voornamelijk zijne aandacht vestigen op het toevallig daarin geraken van insekten, hetgeen hevige en onaangename verschijnselen kan ten gevolge hebben. - De Schrijver en Vertaler spreken beide van eene Lythiasis meatus auditorii. Schrijver heeft eenige dier steenen onderzocht en zag dat zij uit carbonas calcis en epitheliumcellen bestonden. Vertaler nam een dergelijk geval waar bij eene jichtachtige lijderes. Onder de toevallen, die de vreemde ligchamen op deze plaats kunnen veroorzaken, behooren ook de hevige pijnen die kunnen ontstaan door drukking op de zenuwverspreidingen, en welke zelfs
leiden kunnen tot levensgevaarlijke toevallen. Voorwaar een bondig bewijs hoe spoedig men trachten moet deze vreemde ligchamen te verwijderen. - Onder de aangegevene middelen tot wegneming derzelve behoort in de eerste plaats de inspuiting, en ten andere wel de extractie,
| |
| |
welke laatste vele moeijelijkheden kan opleveren. Niet te verwonderen is het dan ook, dat er vele werktuigen daarvoor zijn uitgedacht. Onder de medegedeelde vond ik met genoegen het met eene verloskundige tang overeenstemmend werktuigje van lincke, hetgeen ook Ref. herhaalde malen goede diensten bewezen heeft.
In het achtste onderdeel van deze afdeeling spreekt de Schrijver zeer uitvoerig over de polypen en soortgelijke uitwassen in den gehoorgang. - Het is zeker een der lastigste en onaangenaamste gebreken, die men ter behandeling krijgt. De groote misslagen, die nu en dan gemaakt worden bij de diagnostiek van de ziekten van het gehoor, doen zich zeer dikwijls in dit gebrek kennen. Een goede oorspiegel zal in deze den onderzoekenden arts te hulp moeten komen. - De aangegevene geneeswijzen bestaan in de volgende: 1. vernietiging door bijtmiddelen en gloeijend ijzer - het laatste is niet aan te bevelen - de lapis infernalis in substantie blijft altijd het zekerste middel daartoe. 2. Het opdroogen der polypen kan nu en dan bij granulatiën vooral en kleine slijmpolijpen met nut gebezigd worden. De sub acetas plumbi heeft Ref. in verschillende gevallen uitstekende diensten bewezen. 3. De exstirpatie met het mes kan alleen bij kleine polypen aangewend worden, en alsdan moet men nog het een of ander causticum aanwenden, om de achterblijvende grondvlakten te vernietigen. 4 en 5. Het afdrukken en de verbrijzeling zijn af te keuren. De methode, die het meest aanbevelingswaardig is, is de 6, het uittrekken. De laatste evenwel, het afbinden, is bijna in alle gevallen aanwendbaar en ook dikwijls aangewezen. - Schrijver beveelt aan het werktuigje van Dr. wilde te Dublin, hetgeen ook naar Refs. gevoelen het beste is van de menigte, die daartoe aangeraden zijn. - Bij de behandeling van de negende onderafdeeling, de ontsteking van den gehoorgang, treft ons onder anderen de uitgang van deze aandoening in oorvloeijing (otorrhaea). Ref. begrijpt het niet, waarom later een afzonderlijk hoofdstuk hiervoor genomen is, daar het toch wel zeker is, dat eene oorvloei- | |
| |
jing een gevolg is van eene voorafgegane ontsteking. De Schrijver heeft te regt bij de behandeling van deze zoo menigvuldig voorkomende oorziekte, de zeer
goede verhandeling van Dr. wilde, te Dublin, te baat genomen. Het vooroordeel, zoowel bij geneeskundigen als bij leeken, dient voornamelijk, wat dit punt betreft, nog wel bestreden te worden; en wilde heeft in zijne verhandeling te regt daarop aangedrongen.
Derde afdeeling. Ziekten van het trommelvlies (376-422). Omtrent de aandoeningen, waaraan het trommelvlies onderhevig is, en die de Schrijver geregeld afhandelt, valt weinig aan te merken. De openingen in dat vlies gaan gewoonlijk met van tijd tot tijd zich herhalende ligte ontstekingen en geringe oorvloeijing gepaard, zoodat men zich beijveren moet in het algemeen schadelijke inwerkende oorzaken af te weren. Hierop gaat de Schrijver over, de meeningen van verschillenden, die de doorboring van het trommelvlies, bij ziekten daarvan in het bijzonder, of voor andere ziekten van het werktuig des gehoors aangeraden hebben, kritisch te behandelen. De aanwijzingen daartoe zijn zeer zeldzaam, en de ongunstige resultaten, die deze operatie opgeleverd heeft, zullen de aanwending daarvan hoe langer hoe meer tot zeer enkele gevallen in de toekomst bepalen. Bij de opsomming van de werktuigen tot doorboring is het werktuigje van fabrici het doelmatigst, en is reeds verschillende malen door ons (alhoewel met geen gunstig resultaat) gebruikt.
Vierde afdeeling. Ziekten van de trommelholte (423-464). De onder No. 2 van deze afdeeling behandeld wordende ziekte is de menigvuldigst voorkomende van de ziekten der trommelholte en is de zoogenaamde slijmvloed in het middenoor. De menigvuldige namen, die men aan dit gebrek gegeven heeft, bewijzen reeds genoeg, dat dit gebrek veler aandacht getrokken heeft. De ziekte, die Ref. hier bedoelt, is natuurlijk de chronische vorm, en hij heeft daarbij voornamelijk op het oog de ziekelijke veranderingen van het slijmvlies. Onder alle aangegevene hulpmiddelen kan
| |
| |
Ref., naar eigene ondervinding, volmondig met den Schrijver de toediening van het acid. carbonicum uit een' daartoe bijzonder vervaardigden toestel aanbevelen, en hij gebruikt daartoe sedert eenige jaren den toestel geheel en al overeenkomende met de gazmachine van döbereiner. De harstdampen, die hubert-valleroux in deze gevallen aanraadt, hebben dat nut niet bewezen, hetgeen men hieraan heeft willen toeschrijven.
Vijfde afdeeling. Ziekten van de Eustachiaansche buizen (465-486). In het algemeen komt hier veel overeen met hetgeen reeds bij de ziekten van de trommelholte gezegd is. Op één punt echter moet hier voornamelijk gelet worden, en dat wel op de stricturae tubae Eustachii. Voor dit gebrek, wanneer het wel geconstateerd is, moet inderdaad èn lijder èn arts het grootste geduld aan den dag leggen. Nadat vooraf eene algemeene behandeling in de meeste gevallen heeft moeten voorafgaan, moet nu eene plaatselijke daarop volgen, die maanden lang duurt en waarbij de lijder in de meeste gevallen zijn geduld verliest. In het algemeen hebben de darmsnaren tot verwijding der vernaauwing zeer weinig blijvende diensten bewezen. - Ref. beveelt aan, de darmsnaren, alvorens ze in te brengen, in eene oplossing van nitras argenti te dompelen, en men zal alsdan een dubbel doel bereiken, een gedeelte der vernaauwing te vernietigen en ook door eene poos de darmsnaren te laten liggen, deze te doen uitzetten en daardoor als dilatator op de vernaauwing te werken. Door deze handelwijze te volgen, zal men iederen keer, dat de darmsnaar ingebragt wordt, dat gedeelte moeten afsnijden, hetgeen reeds ingebragt was.
Zesde afdeeling. Ziekten van het labyrinth (487-521). Schrijver geeft hier onder de rubriek zenuwdoofheid al die toestellen op, welke in den laatsten tijd aangegeven zijn tot inbrenging hetzij van water-, aether- of harstdampen. Ieder van de uitvinders heeft zeer veel op met zijn werktuig en de daarmede waargenomene gunstige resultaten. Ref. heeft al die werktuigen in zijn bezit, heeft ze allen, zonder onderscheid,
| |
| |
onbevooroordeeld aangewend. Hij kan evenwel niet zeggen, zoo veel gunstigs daarmede bewerkt te hebben. Alleen in die gevallen, waar men, de grondoorzaak erkennende, eene gepaste algemeene behandeling heeft doen voorafgaan, kon men door eene locale aanwending van bovengenoemde dampen nuttige effecten zien. Bij de duisternis, die in deze nog heerscht, is het overigens beter op dit punt niet verder uit te weiden.
De zevende en laatste afdeeling handelt over de doofstomheid. Meer en meer schijnt men er toe over te gaan, om de methode van den Abt de l'épée te wijzigen en te verbinden met die van amman en heinicke, namelijk de doofstommen tot het spreken op te leiden. - De geachte Vertaler verzekert ons, dat te Groningen aan het Instituut goede resultaten verkregen worden van deze methode. In het belang der wetenschap ware het te wenschen, dat de gebroeders guyot de gunstige resultaten, bij hen ondervonden, mededeelden. Hier ter stede hebben wij een zeer merkwaardig voorbeeld voor oogen, van een doofstom kind, dat op deze wijze onderwezen wordt, welk onderwijs met het glansrijkste gevolg bekroond wordt. Later hoopt Referent speciaal, met toestemming van familiebetrekkingen en den onderwijzer van het kind, hierop terug te komen. Reeds vroeger bragt Ref. het nuttige dezer methode in eene kleine verhandeling onder het oog.
En hiermede aan het einde van het verslag zijnde, zoo wenschen wij Vertaler geluk met zijnen ondernomen arbeid. Moge de lust tot het beoefenen van oorziekten in het algemeen daardoor opgewekt worden, en mogten zij, die zich hier te lande meer bijzonder op dezen tak der heelkunde toeleggen, zich verbinden, om, hetzij door onderlinge mededeelingen, hetzij door mededeelingen door middel van de drukpers, ernstig mede te werken tot het meer en meer beoefenen van deze nog duistere ziekten.
a. symons.
Rotterdam, Junij 1848. |
|