Engelsche voortvarendheid.
Bij het Engelsche dorp Wiveliscomte begonnen, den 28sten Julij van het vorige jaar, op zekeren akker de arbeiders des morgens ten half vijf ure de tarwe te maaijen. Een deel daarvan werd terstond binnengebragt, gedorscht, op een' stoommolen gemalen, gebakken, weder naar den akker gebragt, en aldaar dien zelfden dag, des avonds ten half zes ure, eer nog het gansche veld afgemaaid was, door het volk in de gedaante van koeken gegeten. Nog meer: (zoo verhaalt blackwood's Magazine verder) de eigenaar van het land, Bankier hawbuk, deed van het des morgens uitgedorschte stroo een' stroohoed vlechten, dien hij des namiddags bij het feest, dat hij aan de arbeiders gaf, met allerlei veldbloemen versierd, op het hoofd droeg. Dit alles gebeurde binnen den tijd van dertien uren.