Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847

De ooijevaars te Dyhrenfurt.

Bij den brand, welke den 18 Mei 1846, des ochtends ten half drie ure, in de Jodenstraat te Dyhrenfurt uitbarstte, werden drie huizen in de asch gelegd, en veertien huisgezinnen verloren have en dak. Ook de synagoge der Israëlitische gemeente werd door de vlammen bedreigd. Toen deze hierbij langs den toren opsloegen, op welken sedert verscheidene jaren een paar ooijevaars hun nest hebben, poogden de vogels eerst de vlam, welke door eenen westenwind hun toegejaagd werd, met hunne vleugels af te weren. De hitte nogtans vermeerderende, nam elk ooijevaar een jong in zijnen bek en vloog daarmede op de velden van Wahren. Een klein half uur daarna schoot de wind naar het oosten

[p. 96]

om, waardoor het gevaar voor het Joodsche kerkgebouw en voor het in die rigting liggend gedeelte der stad verdween; en, ofschoon de brandplaats nog in vollen gloed was, bragten de ooijevaars hunne jongen in het nest terug, en een vrolijk geklepper getuigde, hoe verblijd zij waren, de door hen gekozene woonplaats weder te hebben kunnen betrekken.^(*)

(*) Overnemer dezer bijzonderheid rakende een Diergeslacht, dat vroeger onder de bescherming des Bijgeloofs, dat deszelfs jaarlijksch bezoek voor een' zegen hield, zijn nest op des vromen landmans woning stoorloos bouwde, en thans nog veelal, als een het schadelijk gedierte verdelgend bezoeker, in gunst staat, - kan daaraan nog iets wetenswaardigs toevoegen. Op een' daartoe ingerigten boomstam bij het dusgenaamde kasteel van ranzow, aan gene zijde van den Rhijn bij Arnhem, keert jaarlijks een paar ooijevaars weder, om hun nest te bouwen en hun kroost te verplegen. In den jongstleden zoo buitengewoon heeten zomer, toen het viertal jongen daar door den zonnebrand dreigde te verteren, zag men meermalen beurtelings mannetje en wijfje onvermoeid nederstrijken, en nu eens den bek met beekwater vullen, dan het langere gras afplukken, om vervolgens met het eene hun kroost te verfrisschen en met het andere, als een verkoelend beschutmiddel, het nest te overspreiden, waardoor het dan ook de brandende hitte gelukkig doorstond.