De getrouwe naschrijver.
Vóór korten tijd ontving de Fransche Minister guizot, onder andere brieven, er ook eenen, die op de volgende wijs eindigde: ‘Ik ben, of ook, ik heb de eer te zijn, al naarmate het aanzien van den persoon, met of zonder hoogachting, uw dienaar, of uw onderdanigste dienaar.’ Over zulk eene wijs van schrijven, gelijk men denken kan, niet weinig verwonderd, deed de Minister eenige opheldering inwinnen, en vernam nu, dat de opsteller van dit epistolaire meesterstuk een eerst pas aangestelde klerk was, die begrepen had, dat hij een voorbeeld uit een formulierboek van brieven, hetwelk hij geraadpleegd had, letterlijk moest naschrijven.