Gepast antwoord.
De Kardinaal dubois leed aan eene kwaal, die eene heelkundige kunstbewerking noodig maakte. Te dien einde deed hij den bekwamen boudon, oppersten Chirurgijn van het Hotel-Dieu, bij zich ontbieden. Zoodra boudon binnentrad, riep de Kardinaal hem toe: ‘Ik hoop, dat je niet met mij omspringen zult als met je kanaillepak in het gasthuis.’ - ‘Monseigneur,’ hernam de brave Chirurgijn, ‘ieder van dit kanaillepak is voor mij eene Eminentie.’