Weinig batende waarborg.
Hendrik VIII van Engeland, met frans I van Frankrijk in twist levende, besloot, hem eenen gezant te zenden, ten einde hem door dezen in trotsche en honende uitdrukkingen te doen aanspreken. Hij koos hiertoe eenen Bisschop, in wien hij een bijzonder vertrouwen stelde. Daar deze hem nu deed opmerken, dat zijn leven in gevaar zou zijn, wanneer hij eenen Koning, zoo fier als frans I, op zulk eene beleedigende wijze aansprak, gaf hendrik ten antwoord: ‘Vrees niets! Durft de Koning u voor uwe stoutheid aan het leven komen, zoo laat ik al de Fransche gijzelaars, die ik heb, het hoofd voor de voeten leggen.’ - ‘Opperbest, Sire!’ hernam de Bisschop; ‘maar van al die hoofden zal er zeker niet één zoo goed op mijnen hals passen, als dit hier.’ Met deze woorden legde de spreker op eene veelbeteekenende wijs de hand aan het zijne, en bewoog door deze scherts werkelijk den grimmigen Koning, zijne instructiën in zachter en bescheidener bewoordingen te doen opstellen.