Wat doet de R.C. Kerk, en wat wenscht de R.C. leek tot eer der Kerk? Of de resultaten der gesprekken tusschen drie Catholijke vrienden. Te Zaltbommel, bij J. Noman en Zoon. 1843. In gr. 8vo. 45 bl. f : - 50.
Wij kunnen de veelvuldige stukjes over en tegen de R.C. kerk, die in onze dagen het licht zien, uit den boezem van dat kerkgenootschap zelf, uit tweederlei oogpunt beschouwen, om daarnaar hunne betrekkelijke waarde te bepalen: of als letterkundige en godsdienstige voortbrengselen op zichzelve, of als teekenen des tijds. In het eerste opzigt is meestal, is ook van deze brochure de waarde gering: want weinig bevat zij, wat ieder welonderwezen en beschaafd lid der Protestantsche kerk niet lang heeft geweten. Maar belangrijker worden zij, als teekenen des tijds, als sporen van het ontwakend godsdienstig leven in eene afdeeling der Christenheid, welke in hare steréotype vormen versteende: als bewijzen, dat de leek begint na te denken, en in te zien, hoe Catholiek en Ultramontaansch of Pausgezind geene woorden zijn van dezelfde beteekenis: als voorteekenen, hoe domme priesterdwang niet altijd het doordringen van hooger verlichting ook onder dit gedeelte des Christendoms zal kunnen beletten.
Bezien wij het stukje, dat voor ons ligt, uit zulk een' oogpunt, wij kunnen het allen denkenden Roomschgezinden met volle ruimte aanprijzen, en het ook voor Protestanten niet onbelangrijk noemen. Drie vrienden (doch de vorm van gesprekken zal wel tot het kleed der verdichting behooren) geraken aan het spreken, en over de ongeoorloofde middelen, waardoor de Roomsche kerk het aantal harer leden zoekt uit te breiden, en over de domheid der meeste geestelijken, blijkbaar in het hoogstgebrekkig onderrigt, dat zij toedienen, en over het verbod van bijbellezen, over het Jesuitisme met deszelfs verderfelijke moraal, en wat niet al. Het geheel is wèl genoeg geschre-