Godgewijde Zangen. Naar het Engelsch van Thomas Moore. Te Utrecht, bij H.H. van Romondt. 1841. In gr. 8vo. 52 bl. f 1-20.
Onder den titel van Sacred Songs vinden wij de verzameling van dichtstukjes, die ons hier, zoo het schijnt, door twee (ongenoemde) Vertalers in het Hollandsch worden aangeboden, in de gedichten van moore. Zij zijn van zeer verschillenden aard en inhoud, en verscheidene dezer zangen zouden sommigen onzer jonge dichters onder den naam van Oosterlingen hebben gegeven. Rec. zou voor zich er nog al aan twijfelen, of moore de man is, die uitmunten kan in het vervaardigen van godsdienstige kleinere gedichten. Er ontbreekt, dunkt ons, de eenvoudigheid en ongekunsteldheid aan, die tot het harte spreekt, en die wij in dergelijke stukjes vooral gaarne zouden wenschen. Sierlijkheid en Oostersche beeldrijkheid van uitdrukking kenmerken zijne poëzij; maar juist daarom is zij voor godsdienstige liederen voor onzen tijd en voor ons volk welligt minder geschikt.
Dit neemt intusschen niet weg, dat er in dit bundeltje veel schoons en dichterlijks wordt gevonden, en dat het, zoo het al, onzes inziens, minder geschikt is voor algemeene stichting, toch den beminnaar der poëzij welkom zal zijn. De Vertalers waren voor hunne taak berekend, en gaven doorgaans getrouw het oorspronkelijke terug. Van tijd tot tijd evenwel slaan zij den bal mis en geven wel eens klinkende woorden zonder goeden zin: hetgeen men daarom voorzigtig zij op rekening van moore te stellen. Zoo lezen wij reeds in het eerste stukje, waar over de schepping wordt gesproken:
Haar gloor bij dag, haar glimlach in het duister,
Is schaduw, van uw lichtgloed afgekaatst.