De eerste aardappelen in Duitschland.
Johannes matthaeus, Hoogleeraar der Geneeskunde te Herborn omstreeks het jaar 1621, heeft de eerste aardappelen in het Nassausche gepoot. Hij had die uit Engeland ontvangen en behandelde ze als een tot sieraad bestemd gewas, hetwelk hij daarom ook in een' pot voor zijn venster ten toon stelde. Toen nu de dochter van een aanzienlijk burger der stad, juist ten tijde dat de plant haren bloesem ontwikkeld had, bruiloft zou houden, verzocht haar vader om deze zeldzame bloem tot tooisel der bruid. Matthaeus gaf ze, en het lieftallige bruidje droeg de aardappelbloem aan haren boezem. In het jaar 1630 wist men reeds eenigzins beter, waartoe het gewas dienstig kon zijn. ‘Toenmaals,’ zoo als een gelijktijdig schrijver verhaalt, ‘aten de Edelen de knollen van het solanum tuberosum op het dessert, omdat zij nog zeer zeldzaam waren.’