Stekelig antwoord.
De jonge Graaf (later Vorst) kaunitz hield eens, na een' in vrolijkheid doorgebragten nacht, zijne siesta, toen de Baron v.R. zich liet aandienen. ‘Mon Dieu!’ riep deze, bij het binnentreden, hem toe, ‘uwe Excellentie geeuwt; zeker hebt ge reeds vervelende bezoekers gehad?’ - ‘Och neen,’ hernam kaunitz, ‘gij zijt de eerste.’