De Jacobijnen der veertiende Eeuw, of de Jonkvrouw en de Pagie. Een historische Roman uit de Geschiedenis van Frankrijk. Door G.P.R. James. Uit het Engelsch. II Deelen. Te Amsterdam, bij M.H. Binger. 1842. In gr. 8vo. 682 bl. f 7-20.
Rec. kan zich niet vereenigen met den titel, dien de Hollandsche Vertaler aan dezen roman heeft gegeven. Het in de geschiedenis bekende en aangenomene woord Jacquerie doet den eenigzins ervaren lezer terstond denken aan datgene, wat het onderwerp voor dit verhaal heeft geleverd, de opstand der lijfeigene boeren tegen hunne adellijke heeren. De naam van Jacobijnen heeft zulk eene bepaalde beteekenis in de Fransche revolutie gekregen, dat het ons voorkomt minder gepast te zijn, hem op de oproerige boeren toe te passen, al meent men ook overeenkomst van inzigten en bedoelingen te zien. Het is een te groot anachronisme, en de zaken staan ook niet genoeg gelijk.
Wij hopen, dat ons romanlezend publiek zich door den naam van de lectuur van dezen roman niet zal laten afschrikken. Wij durven hetzelve een aangenaam onderhoud beloven. James behoort onder de vruchtbaarste romanschrijvers van onze dagen; maar wij bespeuren bij hem nog geene sporen van uitputting. In dezen roman althans is rijkdom en levendigheid van zaken en voorstelling niet te miskennen. De Jacquerie of opstand der lijfeigene boeren tegen hunne heeren is eene gebeurtenis, op zich zelve merkwaardig genoeg, om de aandacht tot zich te trekken. James heeft haar met een goed gevonden romantisch verhaal verbonden en beide als tot een geheel verwerkt. Hij heeft de taak, die hij zich had voorgesteld, niet ongelukkig ten einde gebragt. Hij getuigt zelf, dat hij zich van alle langwijlige uitweidingen ten aanzien van gewoonten, plegtigheden en kleederdragt heeft trachten te onthouden, en meer eene getrouwe schets van de personen, dan van de gebruiken van