vallen, uit al het reeds geschrevene eene behoorlijke keus te doen. Zoo als reeds gezegd is, aan voorlichtingen ontbreekt het niet; maar het zal ook hier zijn: de beste stuurlieden staan doorgaans aan wal. Hij, die aan het roer staat, gevoelt het best, met welke zwarigheden hij te kampen heeft. - Het is evenwel reeds gebleken, dat zij, die gepoogd hebben de Commissie van goeden raad te dienen, ook geen doel hebben getroffen; het heeft althans in de Geneeskundige Bijdragen te dezen opzigte mede aan geene teregtwijzingen ontbroken. En indien ook hier beoordeelaars van beoordeelaars optraden, op dezen zoude, op hunne beurt, ook wederom wel wat aan te merken vallen. Zoo blijkt, dat alle menschelijk werk den stempel der onvolledigheid draagt! Iets, hetwelk, wèl behartigd, bescheidenheid en toegeeflijkheid in de beoordeeling van het werk van anderen behoort te wekken, vooral wanneer men bedenkt: homo sum - nihil humanum a me alienum puto. Het werk, dat heden voortreffelijk genoemd wordt, kan niet anders, dan, na den afloop eener eeuw, soms nog binnen veel korteren tijd, van zijne waarde verliezen door de veranderingen, welke de wetenschappen gedurende zulk een tijdvak ondergaan. Indien aan de bescheidene wenschen en wenken van den niet genoemden Schrijver niet geheel a priori is voldaan, a posteriori is toch één vervuld, dat aan de voorstellen der benoemde Commissie publiciteit is gegeven. Door den Minister dit voorstel te doen, heeft zij getoond, wat haar verder ook gebrekkigs en menschelijks moge aankleven, dat zij zich niet bij uitsluiting in het bezit der wijsheid waant te zijn, maar, na hare wijze van zien te hebben medegedeeld, gaarne ook de wijze van beschouwing van anderen wil vernemen.
De Schrijver heeft zijn onderzoek tot vier hoofdpunten bepaald: I. Tot de uitoefening van de onderscheidene takken der Geneeskunde. II. Openbare Geneeskundige ambtsuitoefening. III. Openbare Gezondheidsregeling. IV. Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt. Naar ons oordeel zouden II en III onder een en hetzelfde hoofd kunnen gebragt worden. Zij hebben beide tot de ambtsuitoefening