Nagelatene Leerredenen van J. Heringa, Ez. IIde Stuk. Te Utrecht, bij J.G. van Terveen en Zoon. 1841. In gr. 8vo. 175 bl. f 1-80.
Deze tweede bundel zal voor de veelvuldige vrienden en hoogschatters van den ontslapen waardigen Hoogleeraar een aangenaam geschenk zijn. Hij bevat twaalf Leerredenen, in welke 's mans populaire, gemoedelijke wijze van prediken wederom doorstraalt. Sommige zijn over meer bekende (Gen. XXVII:2b; 1 Kor. XIII:1, 2; vs. 3; Eph. III:19), andere over meer vreemde (Spr. XXVIII:14a; vooral Gen. V en 1 Kon. X:11, 12, 14-29) teksten. De twee laatstgenoemden vooral zijn zeer vernuftig gebruikt. De ervaren Schriftverklaarder, die misschien in populaire Bijbeluitlegging niet te overtreffen is, laat zich proeven in Luk. I:46-55; 1 Kor. IX:24-27; Gal. II:20. De twee overigen zijn gelegenheidsleerredenen, de eene over 2 Kor. VII:1 tot nabetrachting na het H. Avondmaal; de andere, over 1 Joh. II:24a, tot bevestiging van nieuwe lidmaten. Uit de laatste hadden wij de uitdrukking: ‘Met vlammend vuur zal er wraak worden genomen van hen, die God niet kennen en het Evangelie zijnes Zoons ongehoorzaam zijn,’ - eene niet gelukkige toespeling op Hebr. XII:29 - liever gemist. Het verwonderde ons, eene verbloemde Bijbelsche spreekwijze onverklaard bij heringa aan te treffen, die zoo goed het misbruik kende, dat van Bijbelsche woorden gemaakt wordt tot het geven van onbijbelsche denkbeelden.
Of er nog meer stukken zullen volgen, wordt niet gemeld. Wanneer de voorraad van daartoe geschikte het gedoogt, zal het ons aangenaam zijn; maar wij denken het naauwelijks. Heringa schreef veelal slechts de hoofddenkbeelden (juist geene schetsen in den eigenlijken zin) zijner Leerredenen op, en werkte het eene of andere op