Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836(1836)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bij het plotseling afsterven van mijnen zestienjarigen vriend N.C. de Veije, des nachts, toen hij des avonds te voren, volkomen gezond, als lidmaat der Hervormde Gemeente bevestigd was. Daar lag de knaap, en sliep gerust: Een hemellach zweefde om den mond, Als had een Engel hem gekust! Hij had dien avond 't zoenverbond Des Heilands plegtig aangenomen, En zou ten eersten hoogtijd komen. Een Engel daalde neêr op aard', En raakte 's jong'lings slapen aan. [pagina 298] [p. 298] ‘Neen!’ sprak hij, ‘ziel, den Hemel waard, Voor u geen storm op 's levens baan! Den remen traan, nog in uwe oogen, Zal deze onzalige aard' niet droogen!’ Zijn palmtwijg roert des jong'lings hart.... Daar slaakt de ziel haar boei en band; En zonder zucht, en zonder smart Zweeft zij omhoog naar 't heil'ge land, En viert, bij 't hallelujah meng'len, Den eersten hoogtijd met Gods Eng'len! Groenlo, Maart 1836. van dissel, jz., M.D. Vorige Volgende