zich voorzeker met de uitgaaf van het werk verwerven, hetwelk eene aanzienlijke gaping in onze letterkunde aanvult, en van hetwelk het eerste deel voor ons ligt. Het is opgedragen aan Z.K.H. den Admiraal en Kolonel-Generaal; en het ware te wenschen, dat er aan Vorstelijke, voorname of andere, doch verdienstelijke personen, nooit werken van minder belang, dan dit, opgedragen werden: dan zou zulk eene opdragt tevens eene aanbeveling van den inhoud zijn. Dit eerste deel gaat niet verder dan tot den Munsterschen Vrede, doch is echter ten uiterste belangrijk; want wij zien er het Zeewezen geboren worden, en zich langzamerhand ontwikkelen. Hoe boeit het de aandacht van den Nederlander, onderzocht en gestaafd te zien, op welk eene wijze de vroegere onvolmaakte manier van bouw en toerusting der schepen, die der wapening en bemanning, die van krijgstucht en oorlogvoeren, van lieverlede zich verbeterden; hoe echter, reeds in vroege tijden, verordeningen voor schepen, ten oorloge bestemd, bestonden; hoe de beroering, gedurende de eerste jaren van den opstand tegen Spanje, aanleiding tot vele verwarringen gaf; hoe het beleid onzer voorvaderen de moeijelijkheden grootendeels te boven kwam, en welke heldendaden, onder welke omstandigheden, met welke en tegen welke magt, de Nederlanders op zee verrigtten! Alles wordt met naauwkeurige aanhaling der plaatsen, uit onderscheidene bronnen, bewezen; de deugdelijkheid dier bronnen zelve wordt hier en daar getoetst. Verschillende belangrijke bijlagen, waaronder staten van onze en ook der Spaansche en Duinkerksche zeemagt, worden medegedeeld. De slag bij Duins wordt door eene zeldzaam voorkomende Kaart aanschouwelijk gemaakt. Kortom, wij kunnen niet anders, dan den geleerden, onpartijdigen, onderzoeklievenden, en tot de beste bronnen, ook ambtshalve, toegang hebbenden Schrijver lust en krachten
wenschen, om zijne gelukkig begonnen taak voorspoedig voort te zetten en te voleindigen. Daar de Heer de jonge niets als bewezen stelt, dan hetgeen ons insgelijks als zoodanig toeschijnt, en hij dáár, waar geschiedkundige zekerheid ontbreekt, zich zedig van beslissing onthoudt, hebben wij geene aanmerkingen of tegenwerpingen te maken. Reikhalzend zien wij naar de volgende deelen uit, waarin de belangrijke tijdvakken van de witt, en vooral het nog teederder te behandelen onderwerp van den Engelsch-Amerikaanschen oorlog met de gevolgen van dien, voor zoo ver die tot