De baard een maatstaf van het geweten.
Bij een verhoor van getuigen, in Engeland, had de Regter, een zeer jong man, de onbedachtzaamheid, eenen getuige, die zeer zwaar van baard was, toe te voegen: ‘Wanneer uw geweten zoo groot is als uw baard, dan is het gewisselijk al zeer ruim!’ - ‘Mylord,’ hernam deze, ‘zoo gij het geweten naar den baard wilt asmeten, dan hebt gij zeker in het geheel geen!’
No. V. Mengelw. bl. 222. reg. 16 v.o. staat: schrijver; lees: schrijven. Bl. 233. reg. 1: Maria, in plaats van Mirza. Alsmede, onder het Omslag, het jaartal 1825 voor 1826.