lezen. Het is ook waar, dat een bij dezelfde uitgeefster, een jaar vr oeger, van de pers gekomen werk (Het Evangelie der Jezuiten, ezv. door gerhardt) door ons geacht wordt nog beter geschikt te zijn ter ernstige opwekking tot krachtdadige waakzaamheid, voor velen, die misschien vragen, of het wel zoo erg is: evenwel dit geschrift, uit Frankrijk, heeft weêr van eene andere zijde zijne aanbeveling. Het is uit dat rijk, dat ons onlangs de nieuwspapieren meldden, dat men vurige gebeden ten hemel wil gewend hebben, opdat de orde der Jezuiten, door de onregtvaardigheid van lodewijk XV en de dwalingen van Paus clemens XIV (ei, ei?) vernietigd, in allen luister hersteld worde. Daarenboven, dit geschrift is zoo gematigd als het kan. Scheffer wil de tegenwoordige Jezuiten niet over éénen kam geschoren hebben met die van drie, twee eeuwen vroeger, en houdt het daarvoor, dat men, door dit te doen, onregtvaardig tegen die instelling van onzen tijd is uitgevaren. Wat willen de kinderen der duisternis meer?
Uit het Conversations-Lexicon is dit werk ontleend en ontwikkeld, en verrijkt met zeven hoogstbelangrijke bewijsstukken. De monita secreta, of geheime voorschriften van dit Genootschap, van welke de authentie voldingend gestaafd wordt, achter het Overzigt geplaatst, maken dit geschrift nog belangrijker.
Wij hopen, dat de Schrijver vele lezers in zijn vaderland en ook in het onze zal hebben, vooral onder de Roomschen, en dat velen met hem deze belijdenis zullen afleggen, uit overtuiging: ‘Voortaan is de instelling der Jezuiten strijdig met den geest der eeuw, tegen welken zij even weinig vermogend is op te worstelen, als zij de wateren van den Mississippi of Niagara naar derzelver oorsprong kan opdrijven,’ ezv. De geheele peroratie, zoo mogen wij, wat bl. 48, 49 gevonden wordt, wel noemen, is waardig gelezen te worden. Het slot deelen wij mede: ‘Het is niet het proces van pater lavallette, noch het arrest van het parlement van 1762, noch het koninklijk besluit van 1764, noch