Napoleon en de Hollandsche stuurman.
Tijdens het verblijf van napoleon in Holland, vroeg hij den Stuurman van een Jagt, waarop hij zich bevond, ‘hoe veel zijn vaartuig waardig was.’ - ‘Mijn vaartuig!’ antwoordde de man kortaf: ‘Als het mij toebehoorde, ware mijne fortuin gemaakt.’ - ‘Nu,’ hernam de Keizer, ‘zoo zij 't het uwe!’ - Dit geschenk scheen hem echter in 't geheel niet aan te doen. Hij zeide tot een' vriend, die hem daarmede gelukwenschte: ‘Een zonderling geschenk! Hij geeft mij, wat niet het zijne is.’ En hij wilde het niet gelooven, vóór dat de Maarschalk duroc hem de kwitantie des eigenaars van tusschen de 6 en 7000 franks ter hand stelde. (Wij laten de echtheid dezer karakteristieke Anekdote ter verantwoording van den Hoogduitschen mededeeler. - Redact.)