Wijze wensch.
Keizer hendrik de IV stond eens bij het prachtig gedenkteeken voor Hertog rudolph van Zwaben. Eenigen zijner hovelingen waren van meening, dat hij dezen zijnen doodvijand zulk een heerlijk praalgraf niet moest laten behouden, maar hem doen opgraven en naar elders verplaatsen. ‘Ach!’ hernam de Keizer, ‘laat hem liggen. Ik wenschte, dat alle mijne vijanden zoo prachtig begraven lagen!’