lieden van beide kunnen. Naar het Engelsch, door N.J. Steevens. Met twee koperen Plaatjes. Te Haarlem, bij J. Goteling Vinnis. 1817. In kl. 8vo. VIII, 229 Bl. f 1-10-:
Nieuwe en niet verdichte Verhalen voor de Jeugd. Naar den derden Hoogduitschen druk vrij gevolgd. Te Zutphen, bij H.C.A. Thieme. 1817. In kl. 8vo. IV, 154 Bl. f :-7-:
Het is waar, er komen wat heel veel kinderboekjes uit. Maar, dachten wij, toen wij dit zoo overwogen, zou dit ook eene weldadige schikking der Voorzienigheid zijn, juist berekend voor onze eeuw? Bij de heerschende ligtzinnigheid, toch, die den jongeling en de jonge dochter zeer spoedig in haren draaikolk medesleept, behouden in rijpere jaren de vermaningen weinig invloeds. Het is derhalve misschien zeer goed, dat, door de menigvuldige kinderboekjes, en die de mode dan toch ook wil, dat van tijd tot tijd, of bij bijzondere gelegenheden, aan de kinderen gegeven worden, deze in hunne kindschheid met vermaningen, voorbeelden van goed en waad enz. zoodanig overstelpt worden, dat zij in hunne kinderkamer zich haast niet kunnen omkeeren, of hun oog valt op zedelijke voorstellen, en de hand naauwelijks kunnen uitsteken, of zij hebben er een open boekje in. - Dat er nu zoo veel kinderboekjes uitkomen, is ook daarom goed, wijl de kinderen toch ook niet gaarne één boekje zoo dikwijls lezen, en er altijd iets voor het verscheuren ook moet wezen. Al verscheurende, lezen de kinderen toch in 't voorbijgaan ook. En wilde men in 't midden brengen, dat toch van, op deze wijze verkregene, indrukselen weinig te wachten is, dan antwoorden wij, op onze beurt, vragend, of er iemand leeft, die te bepalen weet, welke heilzame beginselen, die hij thans bij zich voelt werken, hij juist aan indrukselen, in de vroege jeugd op soortgelijke wijze verkregen, te danken hebbe? - Men schrijve dan maar kinderboekjes, mits doeltreffende.
En dit zijn in hunne soort alle drie de boven aangekondigden. No. 1 bevat de eenvoudigste en kortste verhalen; maar zij zijn goed gevonden, en hebben slechts hier en daar iets, waar wij, om des verkeerden indruks wille, aanmerking op moeten maken; b.v. dat de moeder, bl. 25, het kind dreigt met de tehuiskomst van vader; dat, bl. 51, de rijke broe-