der eene nieuwe Engelsche Spraakkunst voor onze landslieden! Zal zij alleenlijk derzelver aantal vermeerderen? of zal zij aan eene wezenlijke behoefte voldoen? Met veel genoegen vinden wij ons verpligt, op de tweede vraag, volmondig: ja! te kunnen antwoorden. Wij waren, sedert eene reeks van jaren, in de gelegenheid, om de groote menigte van Engelsche Spraakkunsten en leerboeken aan de ondervinding bij het onderwijs te toetsen en te leeren kennen. De vervelende langdradigheid en overtollige uitvoerigheid der eenen, en het ongenoegzame en dikwerf overdreven kinderachtige der anderen, deed ons, bij eenen grooten voorraad, echter nog naar eene nieuwe Spraakkunst verlangen, welke eene aangename beknoptheid tevens aan eene voldoende volledigheid en naauwkeurigheid paarde. Wij hebben het voor ons liggend werkje, met de grootste oplettendheid, onderzocht, en alle regelen, zoo wel van woordgronding als woordvoeging, met oordeel en eene beknopte naauwkeurigheid bewerkt gevonden, en bij elken regel zijn korte en zeer gepaste opstellen, ter vertaling in het Engelsch, gevoegd. - De Schrijver schijnt te vooronderstellen, dat de uitspraak der Engelsche taal, door de aanwijzing van zigtbare teekenen, niet anders dan gebrekkig en slecht, en alleen door mondelinge mededeeling goed kan onderwezen worden; want van de uitspraak wordt volstrekt geen gewag gemaakt. Gaarne voegen wij onze overtuiging en ondervinding in dezen bij die van den Schrijver; en wij wenschen, dat deze Engelsche Spraakkunst voortaan die vervelende of onvolledige leerboeken zal vervangen, waardoor zoo velen, of aan het sleeptouw gehouden, of van het leeren dezer belangrijke taal afgeschrikt werden. Wij prijzen deze Spraakkunst ook nog om eene andere reden aan; namelijk, dat de uitgever voor eene duidelijke letter en eene naauwkeurige correctie gezorgd heeft, zoo dat ons in het geheele
werkje niet ééne aanstootelijke drukfout is voorgekomen: iets, hetwelk, helaas! bij soortgelijke werken anders maar al te veel plaats heeft.
Het doet ons leed, dat wij dit laatste niet even volmondig van No. 2. kunnen verzekeren; hoezeer wij anders de onderneming van den uitgever goedkeuren, dat hij ons den geliefden Robinson, dien wij, in welke taal dan ook, telkens met een nieuw genoegen lezen, ook in de Engelsche tale gas. De inboud van het werk is zoo algemeen bekend - in 1815 werd