de titel ook niet van eene bijzondere naauwkeurigheid in de taal, waarom wij steil (in den zin van schrijfstijl) enz. enz. overstappen. Kinder- en schoolboeken vereischen intusschen te dezen aanzien eene groote naauwkeurigheid. Wat den inhoud betreft: het werkje is voor kinderen, die reeds een weinig kunnen lezen, bestemd, en bevat een nuttig allerlei; alleen zou het, naar ons inzien, weinig verloren hebben, bijaldien er hetgeen van vreemde talen hier voorkomt, als zijnde voor kinderen, die nog maar een weinig kunnen lezen, te vroeg, en waarlijk ook te luttel tot een voorbereidend onderrigt, ware uitgeligt.
No. 3. Ook dit geschrijf beroemt zich op geene bijzondere kieschheid in spelling of taal, en dit houdt onze aanwijzingen terug; het is met spoed bearbeid, opdat de lieve jeugd de aardrijkskunde van het vaderland vooral ook spoedig nu zou aanleeren. Het overig gedeelte der wereld zal in een tweede stukje, dat al mede spoedig beloofd wordt, behandeld worden. - Het kan voor een behulp dienen; maar hoog loopen wij er niet mede. Er hapert hier en daar wel wat aan de vereischte naauwkeurigheid; en wij hebben, bij de ons meest bekende provincien, de reden niet kunnen vinden, welke de keuze van den schrijver in het opnoemen of onder het enz. begrijpen van bijzondere dorpen bepaald hebbe. De aangave der onderscheidene Christen-genootschappen, bl. 4 en 5, is zekerlijk voor verbetering vatbaar; en het antwoord op de vraag: ‘hoedanig is het algemeen karakter der Nederlanders?’ willen wij afschrijven: ‘Zij zijn, als het ware, geboren Kooplieden, goede Zeelieden, bekwame Opmerkers, beoeffenen Kunsten en Wetenschappen; zij zijn getrouw aan hun woord, arbeidzaam, opregt, openhartig, gemeenzaam, enz. Eigenbelang is bij velen de drijfveer van hunne handelingen.’ Zou dit laatste lof of berisping zijn? Is het iets, waarin de Nederlander andere menschen vooruit of achterlijk is?
No. 4 prijst zich zeer aan door den bij uitstek gematigden prijs, waardoor dan ook de minvermogende onder de jeugd zich met de vaderlandsche geschiedenis kan bekend maken. De eerste druk is bekend; en, daar er na den Parijschen vrede nog veel weder gebeurd is, verlangen wij spoedig eene nieuwe uitgave, bij welke men dan ook zorge, de spelling van den Hoogleeraar siegenbeek, op den titel vermeld, meerder eere aan te doen!