schijnt hem omtrent te gaan als zekere goedhartige moedertjes, die eerst het noodige en het nutte mededeelen, maar vervolgens, eenmaal aan het praten zijnde, al voortkeuvelen, en ons bij slot menigen, ook al niet kwaad gemeenden, glimlach asdwingen. Zoo hebben wij het plan van zulken Akademischen Almanak in der tijd moeten prijzen; kunnen ook de gepastheid van dit Bijvoegsel niet ontkennen; vinden in hetzelve, alwat de Akademiën in het algemeen betreft, zeer belangrijk; maar..... In het kort, Lezer, zoo gij misschien een' zoon ter Akademie wenscht te zenden, dan zijt gij van alle informatiën ontslagen - papa zelf behoeft niet eens mede te gaan, om den jongman te brengen - ook heeft hij geene aanbeveling noodig, voor zoo ver men kon goedvinden Groningen te kiezen. De weg derwaarts, de vereischte kosten, de bestaande uitspanningen en gelegenheden tot oefening in ridderlijke en beschaafde exercitiën, alles is hier, tot in kleinigheden toe, afgebakend. En wij twijfelen niet, of velen zullen deze keuze doen, wanneer ze zien, hoe goedkoop alles hier gesteld is; en tevens, wat al wandelwegen en verdere uitstapjes enz. enz. te Groningen te vinden zijn, die men er misschien zoo niet zou verwacht hebben. En, hoe gemakkelijk! ‘de stadspoorten gesloten zijnde, kan men dezelve echter tot 10 uren des avonds, voor 4 duiten ieder persoon, binnen komen, en na 10 uren gedurende den geheelen nacht voor 12 stuiver.’ Dat is regt pleizierig: men behoeft zich alzoo, wanneer men buiten eens pret wil maken, in het geheel niet te genéren. Voorts: veertig gulden voor eene kamer, en twee gulden 's weeks voor het middageten. Waarlijk, het is schande koop! Als het leven voor de Heeren Professoren er naar proportie is, dan worden ze, met hunne tegenwoordige tractementen, allen rijk. Evenwel, dat zal zoo wel niet zijn. De Heer van swinderen spreekt ook van kamers, die meer dan f 100-:-:
doen. En in allen geval zouden wij Hollanders raden, hier maar op te rekenen. Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan; en de Professor kan ons niet kwalijk nemen, dat wij op het een of ander een beetje zoeken af te dingen. De Groningsche Akademie is nog maar de éénige, die Almanakken levert; en dus zijn wij, als waarnemende zekere regterlijke functiën in het gebied der letteren, in gemoede verpligt, tegen eene al te groote ingenomenheid met de eene, ten nadeele van de andere Hooge-