Nog iets over grafschriften.
Het eene denkbeeld wekt het andere op: dit zet levendigheid bij aan het dagelijksch verkeer, en werkt krachtdadig mede ter uitbreiding en volmaking van behandelde onderwerpen in geschriften.
1. Als een algemeen toepasselijk Grafschrift teekende M. vernes aan: ‘Ik besta!’ - dit las men op de buitenzijde van de deur eens grafkelders; aan de binnenzijde stond: ‘Ik besta niet meer!’ - Waarop de gevoelvolle Schrijver aanmerkt: ‘ô Gij, die te veel op het Leven rekent! geef acht op deze deur: de Tijd is nog voor u.... een oogenblik, en hij is buitengesloten!’
2. Aardig is, door ééne letter-verzetting, het volgend Grafschrift: ‘Hic jacet, qui, tribus annis, viginti quatuor procreavit liberos!’ - Men schrijve annis slechts met eene kapitale A., en men wordt verrast door de eenvoudige, aannemelijke waarheid: ‘Hier ligt begraven, die, (niet binnen drie jaren, maar) bij zijne opgevolgde drie echtgenooten, alle Anna genaamd, vier-en-twintig kinderen verwekt heeft.’